23 november 2013

 

Van korps/specialiteit naar vakrichting

Opheffing korpsen en specialiteiten

Op 31 december 2013 worden de korpsen en specialiteiten opgeheven en vervangen door de vakrichtingen. Dat betekent dat iedere officier en onderofficier in een vakrichting dient te worden ingeschreven, zoals hij/zij nu tot een welbepaalde korps en/of specialiteit behoort, los van de functie die hij vervult.

De indeling in een welbepaalde korps / specialiteit houdt niet in dat betrokken officier of onderofficier een functie binnen dit korps / specialiteit vervult. Dit is zo bij de jongere kaderleden na het slagen in de basisvorming. Dit is niet (meer) zo bij de oudere officieren en onderofficieren die een staffunctie uitoefenen, los van hun korps / specialiteit en dat zal zo blijven bij de inschrijving in een vakrichting. De jongere kaderleden zullen een functie binnen deze vakrichting uitoefenen, terwijl de oudere officieren en onderofficieren eerder een competentiepool-functie zullen vervullen. Bij de oudere (hoofd)officieren maakt de inschrijving in een vakrichting zelfs niet uit: het hoogste graadniveau binnen een vakrichting is luitenant-kolonel. Een kolonel kan geen verdere functie vervullen binnen zijn vakrichting. De inschrijving in een welbepaalde vakrichting is vooral van belang voor een (Kandidaat) Majoor die nog functies binnen deze vakrichting kan ambiëren.

De overplaatsing naar een vakrichting

De overplaatsing naar een vakrichting zal in de meeste gevallen afhangen van het korps of de specialiteit waarin betrokken militair zich bevindt. Daarom vindt u in de tabel I van het gewijzigd koninklijk besluit van 9 juli 2007 een lijst die de verbanden legt tussen het korps en de specialiteit en de vakrichting. Maar bijzondere gevallen kunnen echter niet gedekt worden door de overeenkomsten uitgewerkt in die tabellen. Bijgevolg bepaalt het koninklijk besluit dat de criteria om ingeschreven te worden in een vakrichting, de competenties van elke militair zijn, waaronder : de kennis verworven na een al dan niet statutaire vorming, een professionele ervaring gebonden aan een vakrichting.

De inschrijving gebeurt op basis van de personeelsbehoeften en staat in verband met de loopbaanperspectieven van het individu. Voor sommige mensen is er één enkele optie omdat ze één statutaire vorming hebben gevolgd en geen ervaring hebben opgedaan in het domein van een andere vakrichtingen. Voor andere mensen kan er wel een keuze gemaakt worden.

Enkele voorbeelden.

Voorbeeld 1 :

Een officier van de landmacht, die nu tot het korps van de pantsertroepen behoort, kan opgenomen hetzij in de vakrichting “Inwerkingstelling van grondwapensystemen (GS)”, hetzij in de vakrichting “Informatievergaring (CI)” al naargelang de ervaring die hij concreet ontwikkeld heeft tijdens zijn voorbije loopbaan.

De combinatie personeelsbehoeften en loopbaanperspectieven betekent : indien hij/zij op een vakrichting-post zit bij Bn ISTAR (een post “informatievergaring (CI)”) en perspectieven binnen de wereld “informatievergaring”, en eventueel later bij de competentiepool “Analyse en exploitatie der inlichtingen en veiligheid (IS)”, heeft, zal hij in de vakrichting “informatievergaring (CI)” ingeschreven worden.

Voorbeeld 2 :

een onderofficier van het medisch ondersteunend korps zou normaal de vakrichting “medische steun (MS)” toegewezen krijgen. Indien deze persoon nu een specialisatie informatica heeft gevolgd en dagelijks de website van een bataljon beheert, dan zal hij eerder de vakrichting “Technieken van communicatie- en informaticasystemen (CT)” toegewezen krijgen.

Voorbeeld 3 :

Er zijn techniekers van het grondmaterieel en van het luchtmaterieel die een functie gebonden aan de vakrichting “algemene steun (SU)” vervullen. Dat zijn mensen die al lang ofwel sportmonitoren ofwel onderofficier administratieve steun/Financiën zijn. Voor zover ze nu niet in de vakrichting “algemene steun (SU)” ingeschreven werden, zou een aanvraag tot verandering van vakrichting van “technieken van het grondmaterieel (GT)” of “technieken van het luchtmaterieel (AT)” naar de vakrichting “algemene steun (SU)” voor geen probleem zorgen.

Voorbeeld 4 :

Op DGHR werkt er een technieker van het luchtmaterieel die al jaren op een HR-post zit. Hij is in de vakrichting “technieken van het luchtmaterieel (AT)” ingeschreven, aangezien hij geen andere vorming / ervaring eigen aan een andere vakrichting heeft opgedaan. Maar het is duidelijk dat hij niet meer in de vakrichting “technieken van het luchtmaterieel (AT)” zal moeten werken (hij heeft de competenties eigen aan de huidige wapensystemen niet meer) en hij zal op zijn post blijven zitten, eigen aan de competentiepool “beheer human resources en organisaties (HR)”. Dat voorbeeld toont ook aan dat het onderscheid dient gemaakt te worden tussen de vakrichting die nu door de wet G1 statutair worden gemaakt en de competentiepool die niet statutair zijn.

Verschillende keuzes?

Wie “twijfelt” tussen twee vakrichtingen moet zichzelf de vraag stellen : in welke vakrichting zie ik mezelf (eventueel) in de toekomst werken? Voor zover hij/zij uiteraard nog functie(s) binnen een welbepaalde vakrichting ambieert.

Voor zover iemand perspectieven binnen een andere vakrichting ambieert, kan hij een aanvraag (mod B) indienen om ingeschreven te worden in een andere vakrichting. Deze aanvraag moet gemotiveerd worden aan de hand van voornoemde criteria, met name, een met succes gevolgde (al dan niet statutaire) vorming of een professionele ervaring. De elementen die hij/zij aanbrengt dienen concreet van aard te zijn en moeten de Directeur Generaal Human Resources (DGHR) toelaten te oordelen op basis van een duidelijk beeld over de competenties van de militair.

Bevorderingscomités

De bevorderingscomités zullen vanaf 2016 georganiseerd worden op basis van vakrichtingen. Het huidige systeem op basis van korpsen/specialiteiten zal tot 2016 gehouden worden, gewoonweg omdat de vakrichting een andere verdeling van de personeelsenveloppe met zich meebrengt. Qua verdere promoties verandert er principieel niets. De militair moeten niet vrezen dat zijn/haar kansen hoger onderofficier (HOO) of hoger officier (HO) afnemen. Tenzij ze nu al vrezen voor hun kansen bij de bevorderingscomités per korps / specialiteit.


Download de "pdf" versie van deze nieuwsbrief