21 februari 2022
Weddeherziening militairen 2022-2024
Wedde-evolutie van de militairen
ACV Defensie evalueert het verloop van de wedde onderhandeling 2022-2024. Om deze uitgebreide documentatie overzichtelijk te houden en gemakkelijk hanteerbaar, werd geopteerd om gebruik te maken van tabs en sliders.
Weddeherziening 2022-2024
Weddeherziening 2022-2024
Na het akkoord van 10 juni 2020 met de overheid over een weddeonderhandeling, startte dit proces. In de eerste plaats werd in samenwerking met een externe partner het overeenstemmend competentieniveau bepaald ten opzicht van de Federale Politie. Vervolgens werden nieuwe weddetabellen ontwikkeld voor de aflijning op de equivalente niveaus. Aangezien de overheid aan de vakorganisaties niet marktconforme tabellen presenteerde, maakte ACV Defensie verschillende tegenvoorstellen met marktconforme tabellen. Uiteindelijk bleek dat een volledige aflijning budgettair niet haalbaar was. Om tot een compromis te komen met een maximale budgettaire kostprijs van 150 miljoen euro, deed elk zijn werk opnieuw.
In de tabbladen hieronder vindt u:
- de motivatie die aangeeft waarom een weddeonderhandeling absoluut noodzakelijk was.
- Het lobbywerk dat ACV Defensie deed om de vicepremiers te overtuigen van de noodzaak (juni-oktober 2021) alsook het lobbywerk om met de overheid tot een akkoord te komen over een weddeonderhandeling.
- Het afsprakenkader en de basisprincipes die werden gehanteerd bij de weddeonderhandeling
- De wedde-evolutie waar een akkoord werd over bereikt op 30 april 2021
- De herwerkte wedde-evolutie waar een akkoord werd over bereikt op 19 november 2021
(= Definitieve versie) - Initiatieven: ACV Defensie neemt het voortouw
Noodzaak
Weddeherziening noodzakelijk!
ACV Defensie dringt al vele jaar aan op een weddeherziening voor het militair personeel. Vandaag de dag ontvangt een militair ongeveer 15% minder aan inkomen dan een andere ambtenaar van een vergelijkbaar niveau.
De verloning van de militair is slechts één aspect die mee bepaalt of het beroep van militair aantrekkelijk is. Maar een marktconforme verloning is wel een zeer belangrijk gegeven.
In maart 2019 bracht ACV Defensie zijn studie “Attractieve verloning van militairen” uit. In deze studie bekeken we de competitiviteit op de arbeidsmarkt van het beroep van militair. We lichtten de wedde-evolutie door sinds 1994, evenals de loonnorm die de private sector hanteert om de lonen te laten stijgen waardoor werknemers mee genieten van de groeiende welvaart van ons land. We vergeleken in deze studie ook globaal de wedde van de militair met deze van concurrerende groepen in de openbare sector en in de private sector.
Uit deze studie konden we concluderen dat de totaliteit aan arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden dringend geherwaardeerd dienen te worden wil men het beroep van militair terug aantrekkelijk maken.
Lobbywerk
Lobbywerk
Onderhandelingen lopen niet van een leien dak. Voor moeilijke dossiers zoals het dossier van de weddeherziening van de militairen gaat heel wat lobbywerk vooraf. Maar ook tijdens de onderhandeling kunnen problemen opduiken die het dossier hypothekeren. Zo stelde de ministerraad in juli 2021 de beslissing over de weddeherziening uit naar het begrotingsconclaaf van oktober 2021
{slider-Lobbywerk title="Acties ACV Defensie - beslissing vicepremiers begrotingsconclaaf oktober 2021 en gevolgen" alias="begrotingsconclaaf" class="green color_content"}
Acties ACV Defensie - Beslissing begrotingsconclaaf
Om de realisatie van het weddedossier op 1 januari 2022 te kunnen laten starten, trachtte Minister Ludivine Dedonder voor het zomerreces 2021 een akkoord over het loondossier van de militairen te bekomen.
Gezien de grote financiële impact (150 miljoen uit budget Defensie en 307 miljoen aan perequatie) besliste de regering dit dossier later te behandelen tijdens het begrotingsconclaaf van oktober 2021.
ACV Defensie acties
Ondernomen acties door ACV Defensie
Nadat ACV Defensie vernomen had dat de beslissing uitgesteld werd, namen we onmiddellijk contact met de kabinetten van de vice-eersteministers die tijdens het begrotingsconclaaf de beslissing over onze loonsverhoging moeten nemen.
Nog voor het zomerreces hadden we een gesprek met vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de coördinatie van de fraudebestrijding, Vincent Van Peteghem (CD&V).
Na het zomerreces, werden we nog ontvangen door de adviseur van Vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee, Vincent Van Quickenborne (Open Vld), met de raadgever van Vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke (Vooruit) en met de diplomatiek adviseur van Vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post, Petra De Sutter (Groen).
Aan de hand van concrete elementen (evolutie wedde militairen, vergelijking met openbare en private bewakingssector, toetsing ten opzichte van de evolutie van de loonnorm die de private sector hanteert, …) streefde ACV Defensie de politici te overtuigen van de absolute noodzaak van een weddeherziening voor militairen.
Beslissing begrotingsconclaaf
Beslissing begrotingsconclaaf
Op 12 oktober 2021 hakten de vice-eersteministers de knoop door over de weddeherziening van de militairen:
- De verhoging van 150 miljoen euro (vanuit het budget van Defensie) voor de weddeherziening werd goedgekeurd.
- De impact op de perequatie moet worden beperkt:
- Een maximum perequatie van 150 miljoen wordt toegestaan
- De perequatie mag ten vroegste plaatsvinden in 2025
gevolgen beslissing begrotingsconclaaf
De gevolgen van de beslissing van het begrotingsconclaaf
Wat is perequatie?
De rust- en overlevingspensioenen volgen de evolutie van de bezoldigingen van de actieve ambtenaren. Dergelijke aanpassing van de pensioenbedragen noemen we ‘perequatie’. De aanpassing van de pensioenbedragen gebeurt op basis van korven. De 12de korf is die van de krijgsmacht. Alle pensioenen van éénzelfde korf worden, vanaf 1 januari 2009, telkens na een referentieperiode van 2 jaar, automatisch verhoogd met een bepaald percentage. Dit percentage wordt per korf vastgelegd op basis van de verhogingen van:
- De maxima van de weddeschalen
- Bepaalde weddebijslagen
- Het vakantiegeld
- De eindejaarspremie
Verbonden aan de meest representatieve rustpensioenen ingegaan binnen de 4 jaar voorafgaand aan de referentieperiode.
De beslissing van het begrotingsconclaaf om beperkte perequatie van 150 miljoen euro toe te staan vanaf 2025 heeft dus grote gevolgen voor het in april 2021 onderhandelde dossier.
- De eindwedden van alle weddebarema’s mogen niet overschreden worden vóór 1 januari 2024. Dit houdt tevens in dat de implementatie van de meesterschapstoelage en de commandotoelage in de wedde pas kan plaatsvinden in 2024.
- Op 1 januari kunnen de eindwedden maar beperkt verhogen zodat de maximum toegestane perequatie van 150 miljoen in 2025 niet wordt overschreden.
Om het totale voorziene bedrag van 150 miljoen euro voor weddeherziening aan het militair personeel toe te kennen in 2024, werd beslist om bovenop de maximale verhoging die in het kader van de perequatie werd toegelaten, een loopbaantoelage toe te kennen.
Met andere woorden, dient het onderhandeld dossier van 30 april 2021 volledig herwerkt te worden.
{slider-Lobbywerk title="Lobbywerk loont - Akkoord over loononderhandeling" alias="lobbyloont" class="orange color_content"}
Lobbywerk loont - Akkoord loononderhandeling
Jaren lang heeft ACV Defensie gelobbyd bij de militaire en politieke overheid om de wedde van de militairen te herzien. De studie van 2019 gaf hierbij duidelijk de pijnpunten weer.
Na heel wat overleg en meningsverschillen werd uiteindelijk een akkoord bereikt tussen de toenmalige CHOD, Generaal Marc Compernol en de vakorganisaties. Op 10 juni 2020 tekenden de verschillende partijen het document “overeenkomst inzake de weddeverbetering van de militairen”.
Hierin wordt vermeld dat de verbetering van de attractiviteit wordt bekomen door het evenwichtig in werking stellen van maatregelen die het militair beroep concurrentieel maken om de arbeidsmarkt en dit meer bepaald tegenover de andere publieke werkgevers actief in de veiligheidssector. Tevens wordt aangegeven dat een eerste benchmark met de politie grote verschillen op weddevalk weergeeft ten nadele van de militairen.
Een werkgroep samengesteld uit leden van de Defensiestaf en leden van de representatieve vakorganisaties zullen de modaliteiten van de aflijning van de wedden van de militairen op deze van de politie voorstellen.
Voor het bepalen van de equivalente functies dringt de Defensiestaf aan dat de werkgroep beroep doet op een externe partner.
De aflijning van de wedden zal gefaseerd gebeuren tussen 2022 en 2024. Bovendien zal Defensie streven om in de toekomst op weddevlak een concurrentiële positie te blijven behouden tegenover de veiligheidssector.
Daarnaast keurt de Kamercommissie voor de Landsverdediging op 9 juli 2020 unaniem de resolutie over het HR-beleid bij Defensie goed.
Deze tekst voorziet onder andere in een afstemming van de lonen bij Defensie
9. In overleg met de vakbonden, na te gaan welke nieuwe sociale stimuleringsmaatregelen kunnen worden opgezet, alsook te voorzien in een afstemming van de lonen bij Defensie op die bij de overige federale overheidsdiensten;
{/sliders-Lobbywerk}
Basisprincipes
Afspraken basisprincipes
Om de weddeonderhandeling tot een goed einde te brengen moeten van in de beginfase enkele basisprincipes worden vastgelegd.
- Weddeherziening op het niveau van het koninklijk besluit
De wet van 20 mei 1994 (BIP-A-083) begrenst per categorie de wedde van de militairen. Deze wet bepaalt per categorie de minimum en de maximum wedde van het overheidspersoneel waarbinnen de weddebarema’s van de militairen zich moeten bevinden.
Om de weddeonderhandeling op het niveau van het koninklijk besluit te houden, werd afgesproken om binnen deze grenzen te werken. - Geen wijziging aan het administratief statuut
Tevens werd er afgesproken om geen wijzigingen aan te brengen aan het administratief statuut van de militairen. Met andere woorden wordt er niet gesleuteld aan de huidige loopbaanpaden. - Start geldelijke anciënniteit vanaf 18 jaar voor alle categorieën
Tussentijdse weddeverhogingen worden toegekend op basis van de weddeanciënniteit. De weddeanciënniteit begint op de datum van indiensttreding bij Defensie, maar mag niet aanvatten voor:- De leeftijd van 18 jaar voor de vrijwilligers
- De leeftijd van 20 jaar voor de onderofficieren van het niveau C
- De leeftijd van 23 jaar voor de onderofficieren van het niveau B
- De leeftijd van 23 jaar voor de officieren van het niveau B
- De leeftijd van 24 jaar voor de officieren van het niveau A
Op vraag van ACV Defensie wordt overeengekomen om de weddeanciënniteit voor alle categorieën aan te vatten vanaf de leeftijd van 18 jaar.
- Jaarlijkse tussentijdse verhogingen
Het koninklijk besluit van 18 maart 2003 kent tussentijdse weddeverhogingen toe na één, twee, drie of vier jaar. Hierdoor wordt de wedde niet elk jaar verhoogd.
Op vraag van ACV Defensie, om de attractiviteit te verhogen, wordt overeengekomen om jaarlijks een weddeverhoging te voorzien. - Afschaffen van de 2/3de regel bij onder andere de sociale promotie naar officier
In het huidige systeem telt de weddeanciënniteit van een officier volledig vanaf de datum van aanstelling in de graad van onderluitenant. De diensten die deze officier volbracht heeft voor de periode van aanstelling in de graad van onderluitenant tellen vanaf de leeftijd van 24 jaar slechts voor 2/3 mee. - Beschermingswedde bij overgang
Om ervoor te zorgen dat de sociale promotie of de overgang naar een hoger niveau of categorie attractief blijft, zal de militair een wedde ontvangen die minimum 1.000 euro (op jaarbasis) meer bedraagt dan wedde die hij/zij voor de overgang ontving. - Bepalen van de maximum wedde
Voor het bepalen van de maximum wedde zal getracht worden het verschil in loonmassa tussen politie en Defensie naar 0 euro te brengen voor categorieën die volledig equivalent kunnen worden beschouwd. Voor deze vergelijking wordt in uitvoering van de resultaten van de externe partner de equivalente categorieën vastgelegd:- Vrijwilligers tov de bewakingsagent van politie
- Lagere onderofficieren tov de inspecteur van politie
- Keur- en Hoofdonderofficieren tov de hoofdinspecteur van politie
(Vergelijking van de onderofficieren Niveau C ten opzichte van de hoofdinspecteurs die niet werden geworven op diploma maar komende uit het kader van de inspecteurs (tabellen M1.1 tot M5.1) en de onderofficieren Niveau B ten opzichte van de hoofdinspecteurs van politie die werden geworven op diploma Niveau B (tabellen M1.2 tot M5.2)) - Lager officieren tov de commissaris van politie
- Hoofdofficieren tov de hoofdcommissaris van politie
- Behouden van het spanningsveld tussen de verschillende graden
Het spanningsveld tussen de verschillende graden is het bedrag van de verhoging bij bevordering. Deze verhoging moet van dezelfde grootte zijn als de huidige verhoging.
Zoals u kunt vaststellen werden heel wat afspraken gemaakt om de weddeonderhandeling vlot te laten verlopen. ACV Defensie moet echter vaststellen dat Defensie zich niet altijd ten volle aan deze afspraken heeft gehouden.
Protocol 30 apr 21
Protocol van 30 april 2021 (Dossier N526)
Marktconformiteit is een momentopname. In het ontwerp van koninklijk besluit van 30 april 2021 wordt hierbij een eerste aanzet naar een marktconforme verloning van de militairen gegeven. Hierbij werd getracht om binnen een afgelijnd budgettair kader de militaire wedden in overeenstemming te brengen met de wedden van de federale politie.
Tijdens deze onderhandeling heeft ACV Defensie verschillende concreet uitgewerkte weddevoorstellen ingediend. In ons eerste voorstel werden de wedden van alle categorieën volledig afgelijnd op de wedden van de equivalente categorieën van de politie. Deze volledige aflijning bleek echter voor het kabinet van de Minister van Defensie budgettair niet haalbaar.
In de door ACV Defensie daaropvolgende uitgewerkte weddevoorstellen hebben we moeten werken binnen een strak budgettair kader. De accenten van de loonopbouw moesten ook gelegd worden op de rekrutering en de retentie van de 30 tot 45 jarigen. Als gevolg hiervan moesten de eindwedden van bepaalde categorieën van militairen inboeten. Daarom beschouwd ACV Defensie dit ontwerp slechts als een eerste stap in het volledig marktconform maken van de militaire wedden. Daarnaast is het absoluut noodzakelijk om de militaire wedde ten opzichte van de arbeidsmarkt, en meer bepaald ten opzichte van de private en publieke werkgevers in de veiligheidssector, permanent te evalueren en bij te sturen. Onderhandelingen over de wedde moeten dus ook periodiek plaatsvinden.
De voorziene implementatie:
De implementatie van dit ontwerp van koninklijk besluit was voorzien in 3 fasen.
- Fase 1: voorzien op 1 januari 2022
In deze eerste fase vindt een eerste progressieve verhoging plaats van ongeveer 1/3 (43% voor de vrijwilligers, 40,15% voor de onderofficieren en 28,75% voor de officieren)
In deze fase zou ook de meesterschapstoelage en commandotoelage geïmplementeerd worden in de wedde.
- Fase 2: voorzien op 1 januari 2023
In de tweede fase zou de progressieve verhoging voor alle categorieën op 43% worden gebracht.
Tevens zou in deze fase de geldelijke anciënniteit worden herrekend vanaf de leeftijd van 18 jaar voor alle categorieën.
- Fase 3: voorzien op 1 januari 2024
De totaliteit van de verhoging wordt bereikt voor alle categorieën.
Vrijwilligers
Dossier N526 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
Bij het bepalen van de equivalentie tussen de categorieën werd de categorie van de vrijwilligers bij Defensie een heel stuk hoger ingeschaald dan de categorie van de agent van politie. ACV Defensie heeft daarom ook aangedrongen op een hogere maximumverloning van de vrijwilligers. De eindwedde van de vrijwilliger ligt 300,73 euro hoger dan die van de agent van politie.
De meesterschapstoelage toegekend aan de eerste korporaal chef wordt in het ontwerp van koninklijk besluit N526 geïntegreerd in de wedde. Daarom vergelijken we ook met de wedde toegekend in 2003 inclusief de meesterschapstoelage.
Grafiek typeloopbaan vrijwilligers - Eerste korporaal-chef (Tabel 12)
Wedde-evolutie typeloopbaan Vrijwilligers - Tabel 12 volgens typeloopbaan
OOffr Niv C
Dossier N526 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
In de studie over de equivalentie van de categorieën van de externe partner behaalde de lager onderofficieren een aanzienlijk hoger score dan de inspecteur van het basiskader van de politie. De categorie van de keuronderofficieren haalde een vergelijkbare score die niet significant lager was dan deze van het middenkader van de politie. De categorie van de hoofdonderofficieren behaalde dan weer een score die aanzienlijk hoger uitviel dan deze toegekend aan het middenkader van de politie.
We moeten echter ook vaststellen dat er grote verschillen zijn in de loopbaanevolutie tussen de politie en Defensie.
In de categorie van de lager onderofficieren vinden we 3 graden terug die op basis van anciënniteit worden toegekend. Het basiskader van de Federale politie telt één graad (inspecteur) maar de weddetabel bestaat uit 5 tabellen die eveneens op basis van anciënniteit worden toegekend (per 6 jaar).
De vergelijking tussen het middenkader en het kader van de keuronderofficieren en hoofdonderofficieren is heel wat moeilijker te bepalen. Enerzijds bestaat het kader van de keuronderofficieren uit een vlakke loopbaan waarbij de graden per anciënniteit worden toegekend. Anderzijds hebben we het kader van de hoofonderofficieren waar de graden worden toegekend op basis van opengestelde plaatsen en de resultaten van een comité.
Het middenkader van de Politie telt hier ook slechts één graad (hoofdinspecteur). Maar ook hier bestaat de weddetabel uit 5 tabellen die op basis van de anciënniteit worden doorlopen (per 6 jaar).
De categorie van de keuronderofficieren en van de hoofdonderofficieren dienen beide ingeschaald te worden op basis van de wedde van het middenkader. Rekening houdende met de vaststellingen van de externe partner en de populatie in de eindgraden van beide categorieën (Adjudant 76,96%, Adjudant-Chef 15,63% en Adjudant-Majoor 7,41%) stelde ACV Defensie voor om de gemiddelde eindwedden van deze populatie gelijk te stellen aan de eindwedde van de hoofdinspecteur van politie.
De Defensiestaf volgde ons voorstel niet vanwege de budgettaire beperkingen. De gemiddelde eindwedde van de populatie van Adjudant, Adjudant-Chef en Adjudant-Majoor ligt 2.519,16 euro lager dan de eindwedde van de hoofdinspecteur van politie. Hierdoor wordt een niet correcte aflijning gerealiseerd.
Meer nog! De Defensiestaf volgde zelfs niet eens de afgesproken basisprincipes waarbij het spanningsveld tussen de graden zou worden gehandhaafd.
In het koninklijk besluit van 2003 bedraagt dit spanningsveld tussen de Adjudant-Chef en de Adjudant-Majoor, 1.250,00 euro. In het nieuwe ontwerp stijgt dit spanningsveld tot 1.747,00 euro.
Ondanks dat de weddeonderhandeling niet geleid heeft tot een correcte marktconforme verloning voor de categorie van de keuronderofficieren en de hoofdonderofficieren stellen we hier toch een verhoging van de wedde vast tot 25,5% voor de adjudant, 19,92% voor de adjudant-chef en 20,78% voor de adjudant-majoor op het einde van de loopbaan.
LOO - 1SgtChef
Dossier N526 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
In de grafiek hieronder kan u vaststellen dat de wedde van de lager onderofficier (28.160,00 euro) mooi is afgelijnd op deze van de inspecteur van politie (28.159,00 euro). De aanzienlijke hogere score die de lager onderofficier haalde ten opzichte van de inspecteur van politie werd hier niet doorgerekend.
Grafiek typeloopbaan LOO - Eerste sergeant-chef (Tabel 7)
Wedde-evolutie typeloopbaan LOO - Eerste sergeant-chef (Tabel 7)
KOO - Adjt
Dossier N526 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
In de tabel hieronder moet je vaststellen dat de eindwedde van de adjudant beduidend lager ligt dan de eindwedde van de hoofdinspecteur van politie, ondanks dat beide categorieën volgens de studie van de externe partner vergelijkbaar zijn.
Grafiek typeloopbaan KOO - Adjudant (Tabel 7)
Wedde-evolutie typeloopbaan KOO - Adjudant (Tabel 7)
HOO - AdjtChef
Dossier N526 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
In de tabel hieronder moet je vaststellen dat de eindwedde van de adjudant-chef beduidend lager ligt dan de eindwedde van de hoofdinspecteur van politie, ondanks dat hoofdonderofficier van Defensie volgens de studie van de externe partner hoger wordt ingeschaald dan de hoofdinspecteur van politie.
Grafiek typeloopbaan HOO - Adjudant-chef (Tabel 7)
Wedde-evolutie typeloopbaan HOO - Adjudant-chef (Tabel 7)
HOO - AdjtMaj
Dossier N526 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
In de tabel hieronder moet je vaststellen dat de eindwedde van de adjudant-majoor hoger ligt dan de eindwedde van de hoofdinspecteur van politie. Deze eindwedde is marktconform en is afgelijnd volgens de studie van de externe partner die de hoofdonderofficier bij Defensie hoger heeft ingeschaald dan de hoofdinspecteur van politie.
Grafiek typeloopbaan HOO - Adjudant-majoor (Tabel 7)
Wedde-evolutie typeloopbaan HOO - Adjudant-majoor (Tabel 7)
OOffr Niv B
Dossier N526 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
De onderofficieren van het niveau B worden na 1 jaar sergeant benoemd in de graad van eerste sergeant majoor. Zij bevorderen tot de graad van adjudant-chef zonder bevorderingscomité (vlakke loopbaan). Op het einde van de loopbaan bedraagt de stijging van de verloning 2,73% voor de adjudant-chef en 2,17% voor de adjudant-majoor.
Het is enkel de graad van adjudant-majoor die toegekend wordt via het bevorderingscomité.
Ondanks dat de hoofdonderofficier bij Defensie door de externe partner hoger werd ingeschaald dan de hoofdinspecteur van politie, stelt ACV Defensie vast dat de eindwedde van zowel de adjudant-chef (33.670,00 euro) van het niveau B als deze van de adjudant-majoor (35.020,00 euro) van het niveau B minder bedragen dat de eindwedde van de hoofdinspecteur van politie (35.396,00 euro) van het niveau B.
AdjtChef Niv B
Grafiek typeloopbaan OOffr Niv B - Adjudant-chef (Tabel 10)
Wedde-evolutie typeloopbaan OOffr Niv B - Adjudant-chef (Tabel 10)
AdjtMaj Niv B
Grafiek typeloopbaan OOffr Niv B - Adjudant-majoor (Tabel 10)
Wedde-evolutie typeloopbaan OOffr Niv B - Adjudant-majoor(Tabel 10)
Offr Niv B
Dossier N526 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
De loonopbouw van de officieren van het niveau B is gebaseerd op de loonopbouw van het middenkader van het niveau B van de politie met daarbovenop de commandotoelage die met het ontwerp van koninklijk besluit N526 geïntegreerd wordt in de wedde.
ACV Defensie vindt dit geen correcte aflijning. Ook de officieren van het niveau B zijn officieren en moeten dus afgelijnd worden op de weddeschaal van de commissaris van politie. Het verschil in eindwedde tussen de commissaris van politie en de hoofdinspecteur van politie van het niveau B bedraagt 8.554,79 euro.
Doordat Defensie de officieren van het niveau A wel aflijnt op de commissaris van politie, creëert Defensie een discriminatie voor dezelfde graden. Een kapitein-commandant van het niveau A of van het niveau B voeren dezelfde functie uit en dragen dezelfde verantwoordelijkheid, maar ontvangen hiervoor niet hetzelfde loon.
Zoals u in de tabel hieronder kan vaststellen verhoogt de eindwedde met 2,09%.
Grafiek typeloopbaan Offr Niv B - Kapitein-commandant (Tabel 1Ter)
Wedde-evolutie typeloopbaan Offr Niv B - Kapitein-commandant (Tabel 1Ter)
Offr Niv A
Dossier N526 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
De Lager Officier (LO)
De weddenbarema van de lager officieren van het niveau A wordt volledig afgelijnd op weddenbarema van de commissaris van politie.
We vergelijken:
- de onderluitenant met de commissaris bezoldigd volgens de barema “O2”,
- de eerste luitenant met de commissaris bezoldigd volgens de barema “O2”,
- de kapitein met de commissaris bezoldigd volgens de barema “O3”,
- de kapitein-commandant met de commissaris bezoldigd volgens de barema “O4”.
De Hoofd Officier (HO)
De weddebarema van de hoger officieren van het niveau A wordt vergeleken met de weddebarema van de hoofdcommissaris van politie.
We vergelijken:
- de majoor met de hoofdcommissaris bezoldigd volgens de barema “O5”,
- de luitenant-kolonel met de hoofdcommissaris bezoldigd volgens de barema “O6”,
- de kolonel met de hoofdcommissaris bezoldigd volgens de barema “O7”.
De loonevolutie in de grafieken is gebaseerd op een typeloopbaan waarbij de officier bij het eerste comité wordt weerhouden voor bevordering.
Lager Officier - Cdt
Lager Officier (LO) - Kapitein-commandant
Zoals u in de tabel hieronder kan vaststellen is de weddebarema van de lager officier volledig afgelijnd op de weddebarema van de Commissaris van politie.
Grafiek typeloopbaan Offr Niv A - Kapitein-commandant (Tabel 1)
Wedde-evolutie typeloopbaan Offr Niv A - Kapitein-commandant (Tabel 1)
Hoofdofficier - Maj
Hoofd Officier (HO) - Majoor
Grafiek typeloopbaan Offr Niv A - Majoor (Tabel 1)
Wedde-evolutie typeloopbaan Offr Niv A - Majoor (Tabel 1)
Hoofdofficier - LtKol
Hoofd Officier (HO) - Luitenant-kolonel
Grafiek typeloopbaan Offr Niv A - Luitenant-kolonel (Tabel 1)
Wedde-evolutie typeloopbaan Offr Niv A - Luitenant-kolonel (Tabel 1)
Hoofdofficier - Kol
Hoofd Officier (HO) - Kolonel
Grafiek typeloopbaan Offr Niv A - Kolonel (Tabel 1)
Wedde-evolutie typeloopbaan Offr Niv A - Kolonel (Tabel 1)
Advies ACV Defensie
Dossier N526 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
N526
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier.
Advies ACV Openbare Diensten – CSC Services Publics
ACV Openbare Diensten – CSC Services Publics gaat AKKOORD met het ontwerp van koninklijk besluit hierboven vermeld. In de motivatie van ons advies halen we eveneens zeer belangrijke knelpunten aan die bekeken moeten worden.
Motivatie en knelpunten
Al jaren dringt ACV Defensie aan op een weddeherziening voor de militairen. In 2019 maakte ACV Defensie een vergelijkende studie over de wedde van de militairen ten opzichte van de wedde van de politie en het personeel uit de bewakingssector. Daarnaast bespraken we de evolutie van de wedden in de privésector. De laatste weddeonderhandeling voor de militairen dateerde van 2003, waar vooral de categorie officieren financieel beter bij werd en de andere categorieën het voornamelijk moesten stellen met een verschuiving van de tussentijdse verhogingen. De eindwedden bleven zo goed als onveranderd. Het was dan ook vanzelfsprekend dat bij de motivatie over de dringende noodzakelijkheid in het KB van 18 maart 2003 vermeld stond: “overwegende dat, op termijn, een marktconforme verloning voor de militairen moet bewerkstelligd worden”.
ACV Defensie moet echter vaststellen dat, door gebrek aan initiatief door de Defensiestaf evenals door gebrek aan zorg en verwaarlozing van het personeel van Defensie door de politiek, het meer dan 18 jaar heeft geduurd vooraleer er opnieuw een weddeonderhandeling werd georganiseerd.
ACV Defensie is dan ook tevreden dat de huidige Minister van Defensie, Mevrouw Ludivine Dedonder, een globaal plan voor opwaardering van het Defensiepersoneel “People our Priority” (POP) heeft gelanceerd waarbij een salarisverhoging is voorzien die in 2024 volledig moet gerealiseerd zijn.
Marktconforme verloning
- Marktconformiteit - een momentopname
Het voorliggend ontwerp van koninklijk besluit is een eerste aanzet naar een marktconforme verloning voor militairen waarbij getracht werd binnen een afgelijnd budgettair kader de militaire wedden in overeenstemming te brengen met de wedden van de federale politie. Naast het belang dat ACV Defensie hecht aan de effectieve realisatie van dit project moet de militaire en politieke overheid beseffen dat deze aflijning een momentopname is.
ACV Defensie heeft tijdens de onderhandeling verschillende concreet uitgewerkte weddevoorstellen ingediend. Het eerste voorstel van ACV Defensie was een volledige aflijning voor alle categorieën maar dat bleek voor het kabinet van de Minister van Defensie budgettair niet haalbaar. In de door ACV Defensie daaropvolgende uitgewerkte weddevoorstellen werd binnen een strak budgettair kader gewerkt en werden de accenten van de loonopbouw gelegd op de rekrutering en de retentie van de 30 tot 45 jarigen. Hierdoor moesten opnieuw de eindwedden van bepaalde categorieën van militairen inboeten. Daardoor is dit ontwerp slechts een eerste stap in het volledig marktconform maken van de militaire wedden.
Om de militaire lonen marktconform te houden moeten deze permanent geëvalueerd worden ten opzichte van de arbeidsmarkt en meer bepaald tegenover private en publieke werkgevers in de veiligheidssector.
Het is dan ook noodzakelijk om periodiek (jaarlijks, tweejaarlijks) de weddebarema’s van de militairen te heronderhandelen.
- Aflijning op de politie
In het akkoord, gesloten tussen de vakorganisaties en de CHOD op 10 juni 2020, wordt een werkgroep opgericht bestaande uit leden van de Defensiestaf en leden van de representatieve vakorganisaties die voor het bepalen van de equivalente functies beroep moeten doen op een externe partner.
De resultaten van de studie van de externe partner over de equivalente functies geven aan dat:
- De categorie van de vrijwilliger bij Defensie NIET vergelijkbaar is met de categorie van de (bewakings-)agent van politie. De vrijwilliger bij Defensie behaalt een veel hogere score dan de agent van politie.
- De categorie van de lager onderofficier vergelijkbaar is met de categorie van het basiskader van Politie. De lager onderofficier scoort echter aanzienlijk hoger dan de inspecteur van het basiskader van politie.
- De categorie van de keuronderofficieren bij Defensie vergelijkbaar is met de categorie van het middenkader van politie. De keuronderofficier behaalt een niet significant lager score dan het middenkader van politie.
- De categorie van de hoofdonderofficieren bij Defensie vergelijkbaar is met de categorie van het middenkader van politie. De hoofdonderofficier bij Defensie behaalt een aanzienlijk hogere score dan de hoofdinspecteur van het middenkader van politie.
- De categorie van de lager officieren enkel kan vergeleken worden met de commissaris van politie indien ze wordt vergeleken met de ondergrens van de scores die toegekend werden aan de commissaris van politie. De lager officier scoort aanzienlijk minder dan de commissaris van politie.
- Voor de categorie van de hoger officieren geen vergelijking met de categorie van de hoofdcommissaris van politie kan worden gemaakt omdat de externe partner geen profiel heeft gemaakt van de hoofdcommissaris van politie bij gebrek aan concrete gegevens over deze groep.
Bij een evaluatie over de marktconformiteit van voorliggend ontwerp, rekening houdende met de equivalentie tussen de categorieën en onder categorieën bij Defensie en bij politie komt ACV Defensie tot onderstaande vaststellingen.
- Het kader van de vrijwilligers
ACV Defensie stelt vast dat zowel de eindwedde als de loonmassa van de vrijwilliger iets hoger bedragen dan deze van de bewakingsagent van politie.
Gezien de inzet, de beschikbaarheid en de belasting die Defensie vraagt aan de vrijwilliger en het feit dat deze categorie niet vergelijkbaar is met een agent van politie vindt ACV Defensie dat de loonopbouw van de categorie van de vrijwilligers onvoldoende is.
- Het kader van de onderofficieren
Onderstaande tabel geeft de overeenstemmende categorieën van de onderofficieren bij Defensie en bij de Federale Politie (studie externe partner) weer, waarbij ACV Defensie het type loopbaan heeft aangeduid.
Het basiskader (inspecteur) van politie en het middenkader van politie (hoofdinspecteur) zijn vlakke loopbanen waarbij elke inspecteur en hoofdinspecteur alle weddenschalen van hun kader volgens anciënniteit kunnen doorlopen.
Bij Defensie kunnen de categorieën van Lager onderofficieren (eindgraad Eerste Sergeant Chef) en keuronderofficieren (eindgraad Adjudant) als vlakke loopbaan worden aanzien. De bevorderingsmogelijkheden in de categorie van de hoofdonderofficieren zijn gekoppeld aan verschillende voorwaarden en beperkingen. (De eindgraden van deze categorie zijn Adjudant-Chef en Adjudant-Majoor)
- De lager onderofficier van het niveau C
Ondanks een aanzienlijke hogere score die de lagere onderofficier behaalt ten opzichte van het basiskader van politie stellen we vast dat dit slechts beperkt te zien is in de loonopbouw.
- De keuronderofficier en hoofdonderofficier van het niveau C
Zowel de keuronderofficier als de hoofdonderofficier zijn vergelijkbaar met het middenkader van politie. Hierbij scoort de keuronderofficier niet significant lager dan de hoofdinspecteur van het middenkader en scoort de hoofdonderofficier aanzienlijk hoger dan de hoofdinspecteur van politie.
Keuronderofficier
Zoals bij het middenkader van politie is de categorie van de keuronderofficieren een vlakke loopbaan met 2 graden, zijnde Eerste Sergeant Majoor en Adjudant. De graad van Adjudant is echter een eindgraad voor de categorie van de keuronderofficieren.
ACV Defensie stelt echter vast dat zowel de eindwedde en de loonmassa van de Adjudant veel lager liggen dan de deze van de hoofdinspecteur van politie (middenkader) en dit terwijl de keuronderofficier niet significant lager scoort dan de hoofdinspecteur van politie.
Hoofdonderofficier
De categorie van de hoofdonderofficieren bij Defensie bestaat uit twee graden, Adjudant-Chef en Adjudant-Majoor. De hoofdonderofficier bij Defensie kan helemaal niet meer beschouwd worden als een vlakke loopbaan:
- Om te behoren tot de categorie van de hoofdonderofficieren moet de keuronderofficier een opleiding volgen en slagen in de eindexamens.
- Zowel om de graad van Adjudant-Chef als die van Adjudant-Majoor te bekomen moet de gebrevetteerde kandidaat hoofdonderofficier een bevorderingsdossier indienen die beoordeeld wordt in een bevorderingscomité. De plaatsen zijn beperkt en bij wet vastgelegd. Hierdoor bevordert slechts een gedeelte van de gebrevetteerde kandidaat hoofdonderofficieren tot de graad van Adjudant-Chef en Adjudant-Majoor.
Op 25 februari 2021 telde Defensie 5.815 militairen met de graad van Adjudant, Adjudant-Chef en Adjudant-Majoor. Van deze groep militairen hadden 76,96 % de graad van Adjudant, 15,63% de graad van Adjudant-Chef en 7,41 % de graad van Adjudant-Majoor.
De eindgraden van Adjudant-Chef en Adjudant-Majoor worden slechts aan een beperkt aantal hoofdonderofficieren toegekend. De loopbaan van de hoofdonderofficier is geen vlakke loopbaan zoals deze van het middenkader van politie met dewelke ze wordt vergeleken.
Om de populatie van de keuronderofficieren (niet significant lagere score) en de hoofdonderofficieren (een aanzienlijke hogere score), die beiden moeten vergeleken worden met het middenkader van politie, te vergelijken maakte ACV Defensie een proportionele vergelijking van de eindwedde en de loonmassa.
ACV Defensie stelt vast dat de categorie van de keur- en de hoofdonderofficieren zwaar benadeeld worden ten opzichte van het middenkader van politie en dat er van een correcte aflijning geen sprake meer is.
Daarenboven moet ACV Defensie vaststellen dat, bij de opbouw van de barema’s van de keur- en de hoofdonderofficieren, Defensie zijn eigen voorgestelde basisprincipe “Het spanningsveld tussen de graden behouden” NIET heeft toegepast.
Vb. Spanningsveld tussen Adjudant-Chef en Adjudant-Majoor:
KB 2003: 1.250,00 €
Nieuw OKB : 1.747,00 €
Door het vergroten van dit spanningsveld maak Defensie een correcte aflijning op het middenkader van politie onmogelijk.
- Het kader van de officieren
- De Lager Officieren van het niveau B
De loonopbouw van de lager officieren van het niveau B is gebaseerd op de loonopbouw van het middenkader niveau B van politie met daarbovenop de commandotoelage die in de wedde wordt geïntegreerd.
Als we deze categorie van lager officieren niveau B vergelijken met het officierskader van politie stellen we vast dat deze categorie 188.915 € minder loonmassa opbouwt dan de vergelijkbare categorie van de commissaris van politie.
- De Lager Officieren van het niveau A
Voor de loonopbouw van de lager officieren (tabel 1) van het niveau A wordt de commandotoelage in de wedde geïntegreerd en volledig afgelijnd op het loon van de commissaris van politie.
De loonopbouw in de weddetabel van de lager officieren polytechnieker (tabel 3) ligt zelfs nog een heel stuk hoger dan deze uit de tabel 1.
Principe van “gelijk loon voor gelijk werk” – De overheid had van deze weddeherziening kunnen gebruik maken om de wedde van de lager officieren, onafhankelijk van het niveau, naar elkaar toe af te lijnen. We stellen echter vast dat een Cdt van het Niveau B op het einde van de loopbaan een jaarwedde heeft die 7.507 euro lager ligt dan deze van een Cdt van het niveau A terwijl deze dezelfde functie uitvoeren en dezelfde verantwoordelijkheden dragen.
- De Hoger Officieren van het niveau A
Voor de wedde van de hoger officieren beschikken we niet over een referentiekader met de politie. Bij het begin van de onderhandeling werd naar voor geschoven om maximaal af te lijnen op de wedde van de hoofdcommissaris van politie in de weddeschaal O7.
We stellen enerzijds vast dat de eindwedde van de kolonel bij Defensie iets minder bedraagt dan de eindwedde van de hoofdcommissaris van politie en anderzijds moeten we constateren dat door de loonopbouw gedurende de carrière een heel wat grotere loonmassa wordt gecreëerd dan de loonmassa die een hoofdcommissaris opbouwt.
Andere doorgevoerde wijzigingen
Defensie gebruikt het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 niet enkel voor de weddeherziening. Defensie past eveneens het artikel 31 §1 over de vergoeding hogere kaderleden aan. ACV Defensie is niet akkoord dat tijdens de weddeonderhandeling bepaalde compensaties worden geschrapt zoals de voedingskosten met het oog op de onderhandeling van de maaltijdcheques voor militairen. De Defensiestaf wijzigt hierdoor al bepaalde rechten zonder het overleg van de maaltijdcheques en de behoeften van invulling van de vakorganisaties af te wachten.
Samenvatting en conclusie
- De huidige weddeaflijning is slechts een gedeeltelijke aflijning binnen een beperkt budgettair kader. Hierdoor wordt geen 100% marktconformiteit bereikt.
- De aflijning met de politie is een momentopname en moet ook in de toekomst door middel van periodieke loononderhandelingen gegarandeerd blijven.
- Vooral de wedden van keuronderofficieren en hoofdonderofficieren worden slechts beperkt afgelijnd. Er blijft een zeer groot verschil bestaan in zowel loonmassa als in eindwedde. Daarenboven vergroot het spanningsveld tussen de graden van Adjudant-Chef en Adjudant-Majoor.
- Geen correcte aflijning van het officierenkader. Bepaalde categorieën van lager officieren worden benadeeld, andere categorieën worden bevoordeeld. Hier wordt een vorm van discriminatie gecreëerd door geen gelijk loon toe te kennen voor gelijk werk.
- De grote positieve loonmassa van de hoger officier (kolonel) is niet coherent met de grote negatieve loonmassa van de keur- en hoofdonderofficier (Adjt, AdjtChef, AdjtMaj) ten opzicht van de respectievelijke vergelijkbare categorieën bij de politie.
- De door de overheid doorgevoerde wijzigingen aan artikel 31 die de rechten van de categorie van de hoger officieren verandert met het oog op de nakende onderhandeling over de maaltijdcheques zijn onaanvaardbaar. Deze discussie moet plaatsvinden in het kader van een optimalisatie van de toekenningsvoorwaarden voor maaltijdcheques van alle categorieën van militairen.
Een marktconforme verloning van militairen moet nu en in de toekomst worden gegarandeerd. ACV Defensie betreurt echter het gebrek aan coherentie en innovatie in het huidige ontwerp van koninklijk besluit.
Protocol 19 nov 21
Protocol van 19 november 2021 (Dossier N536)
De genomen beslissing tijdens het begrotingsconclaaf die u terugvindt onder Lobbywerk - tab "Beslissing begrotingsconclaaf" en de gevolgen hieruit voortvloeiend die u terugvindt onder Lobbywerk - tab "Gevolgen beslissing begrotingsconclaaf" zorgden ervoor dat het onderhandelde loondossier van april 2021 volledig moest worden herwerkt.
Herwerking van de voorziene implementatie
Door het tijdsverlies, bekomen door de late beslissing van het begrotingsconclaaf en de herwerking van het weddedossier, was de implementatiedatum van de eerste fase op 1 januari 2022 niet haalbaar. Tijdens de onderhandeling werd hiermee rekening gehouden en werd geopteerd om de invoering van de eerste fase op de meer realistische datum van 1 maart 2022 te plannen. Het voorziene bedrag van 60 miljoen euro voor 2022 hebben we dan ook verdeeld over 10 maanden zodanig dat de militairen toch de volledige verhoging van 2022 zouden ontvangen.
Voor de weddeverhoging van 2022 en 2023 werden de jaarlijkse verhogingen toegepast zoals onderhandeld in april 2021, maar dan wel beperkt tot de huidige maximumwedde van de weddetabel. Voor de jaren na het bereiken van de maximumwedde, wordt een gedeelte van de loopbaantoelage toegekend. (60% in 2022, 65% in 2023). De commandotoelage en de meesterschapstoelage blijven als toelage behouden.
Voor de volledige weddeherziening in 2024 worden de maximumwedden opgetrokken alsook 100% van de loopbaantoelage toegekend. De commandotoelage en meesterschapstoelage zijn vanaf dan geïntegreerd in de wedde.
Toelichting over uw wedde in 2024
De grafieken die hieronder per categorie worden getoond, geven u een overzicht van de weddeherziening in 2024 bij het bereiken van de totaliteit van de hervorming. De onderste kakigroene lijn in de grafiek is de huidige wedde toegekend met het koninklijk besluit van 18 maart 2003 inclusief de meesterschapstoelage voor de eerste korporaal chef en de commandotoelage voor de officieren. De blauwe streepjeslijn is de wedde van de politie waarop de aflijning gebeurde. De groene puntjeslijn is de onderhandelde wedde van april 2021. (zie uitleg dossier N526 – protocol april 2021)
De nieuwe weddebarema (protocol van 19 november 2021), in uitvoering van de beslissing van het begrotingsconclaaf, bestaat uit twee delen. Een gedeelte wedde die weergegeven wordt met de lichtgroene lijn in de grafieken. Dit is ook het gedeelte dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het pensioen. En een gedeelte loopbaantoelage. De geeloranje lijn geeft het totaal weer van de wedde en de loopbaantoelage. De toegekende toelage is het verschil tussen de lichtgroene en de geeloranje lijn.
Zoals je kan vaststellen komt de totale weddeverhoging iets hoger uit dan de onderhandelde weddeverhoging van april 2021. Dit komt omdat de totaliteit van het voorziene budget van april 2021 wordt toegekend aan het personeel en op de toelage geen bijkomende kosten in rekening moeten worden gebracht. Deze bijkomende kosten dienen enkel in rekening te worden gebracht bij het toekennen van wedde. Deze bijkomende kosten dienen de uitgaven te dekken van de verhoging van de aan de wedde gekoppelde toelagen zoals de x/1850 alsook van de impact van de weddeverhoging op het vakantiegeld en de eindejaarstoelage.
Zoals u eveneens op de grafiek kan aflezen wordt de loopbaantoelage pas toegekend vanaf een weddeanciënniteit van meer dan 12 jaar afhankelijk van de categorie van personeel. Aangezien de toelage van x/1850, toegekend in het kader van oefening en maneuvers en van operationele inzet, …, wordt berekend op de effectieve wedde en niet op de loopbaantoelage, ontvangen hierdoor de jonge operationele militairen een maximale toelage.
Vrijwilligers
Dossier N536 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
In de tabel hieronder vindt u voor de type loopbaan van vrijwilliger de evolutie van de verloning. De kolom percentage verhoging geeft het verhogingspercentage weer tussen de kolom uit het koninklijk besluit van 18 maart 2003 inclusief de meesterschapstoelage (Bar + MT 2003) en de kolom van de nieuwe weddebarema inclusief de loopbaantoelage (Bar+Toel 24)
Zoals u zelf kan vaststellen verhoogt het inkomen van de vrijwilliger met een percentage tussen de 3,36 en de 25,18 afhankelijk van de periode van de loopbaan.
Voor de berekening van het pensioen bedraagt de verhoging van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar 6,33%.
Grafiek typeloopbaan Vrijwilligers (Tabel 12)
Wedde-evolutie typeloopbaan Vrijwilligers (Tabel 12)
OOffr Niv C
Dossier N536 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
Voor de onderofficieren van het niveau C bekijken we de typeloopbaan van de meest voorkomende eindgraden: Eerste sergeant-chef, Adjudant, Adjudant-chef en Adjudant-majoor.
LOO - 1SgtChef
In de onderstaande tabel vindt u voor de type loopbaan van lager onderofficier de evolutie van de verloning. De kolom percentage verhoging geeft het verhogingspercentage weer tussen de kolom uit het koninklijk besluit van 18 maart 2003 (Barema 2003) en de kolom van de nieuwe weddebarema inclusief de loopbaantoelage (Bar+Toel 24)
Zoals u zelf kan vaststellen verhoogt het inkomen van de lager onderofficier met een percentage tussen de 0,89 en de 22,58 afhankelijk van de periode van de loopbaan.
Voor de berekening van het pensioen bedraagt de verhoging van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar 10,95%.
Grafiek typeloopbaan OOffr Niv C - Eerste Sergeant-chef (Tabel 7)
Wedde-evolutie typeloopbaan OOffr Niv C - Eerste Sergeant-chef (Tabel 7)
KOO - Adjt
In de tabel hieronder vindt u voor de type loopbaan van keuronderofficier de evolutie van de verloning. De kolom percentage verhoging geeft het verhogingspecentage weer tussen de kolom uit het koninklijk besluit van 18 maart 2003 (Barema 2003) en de kolom van de nieuwe weddebarema inclusief de loopbaantoelage (Bar+Toel 24)
Zoals u zelf kan vaststellen verhoogt het inkomen van de lager onderofficier met een percentage tussen de 0,89 en de 27,23 afhankelijk van de periode van de loopbaan.
Voor de berekening van het pensioen bedraagt de verhoging van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar 12,75%.
Grafiek typeloopbaan OOffr Niv C - Adjudant (Tabel 7)
Wedde-evolutie typeloopbaan OOffr Niv C - Adjudant (Tabel 7)
HOO - AdjtChef
In de onderstaande tabel vindt u voor de type loopbaan van hoofdonderofficier (Adjudant-chef) de evolutie van de verloning. De kolom percentage verhoging geeft het verhogingspercentage weer tussen de kolom uit het koninklijk besluit van 18 maart 2003 (Barema 2003) en de kolom van de nieuwe weddebarema inclusief de loopbaantoelage (Bar+Toel 24)
Zoals u zelf kan vaststellen verhoogt het inkomen van de hoofdonderofficier met een percentage tussen de 0,89 en de 23,00 afhankelijk van de periode van de loopbaan.
Voor de berekening van het pensioen bedraagt de verhoging van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar 9,96%.
Grafiek typeloopbaan OOffr Niv C - Adjudant-Chef (Tabel 7)
.
Wedde-evolutie typeloopbaan OOffr Niv C - Adjudant-Chef (Tabel 7)
HOO - AdjtMaj
In onderstaande tabel vindt u voor de type loopbaan van hoofdonderofficier (Adjudant-majoor) de evolutie van de verloning. De kolom percentage verhoging geeft het verhogingspercentage weer tussen de kolom uit het koninklijk besluit van 18 maart 2003 (Barema 2003) en de kolom van de nieuwe weddebarema inclusief de loopbaantoelage (Bar+Toel 24)
Zoals u zelf kan vaststellen verhoogt het inkomen van de hoofdonderofficier met een percentage tussen de 0,89 en de 22,87 afhankelijk van de periode van de loopbaan.
Voor de berekening van het pensioen bedraagt de verhoging van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar 10,39%.
Grafiek typeloopbaan OOffr Niv C - Adjudant-Majoor (Tabel 7)
Wedde-evolutie typeloopbaan OOffr Niv C - Adjudant-Majoor (Tabel 7)
OOffr Niv B
Dossier N536 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
Voor de onderofficieren van het niveau B bekijken we twee eindgraden. Adjudant-Chef die voor deze categorie van personeel een eindgraad is zonder bevorderingscomité en Adjudant-majoor waarbij de kandidaat wel moet weerhouden worden door het bevorderingscomité.
AdjtChef Niv B
In de tabel hieronder vindt u voor de type loopbaan van hoofdonderofficier (Adjudant-chef) van het niveau B de evolutie van de verloning. De kolom percentage verhoging geeft het verhogingspercentage weer tussen de kolom uit het koninklijk besluit van 18 maart 2003 (Barema 2003) en de kolom van de nieuwe weddebarema inclusief de loopbaantoelage (Bar+Toel 24)
Zoals u zelf kan vaststellen verhoogt het inkomen van de hoofdonderofficier met een percentage tot 9,01 afhankelijk van de periode van de loopbaan.
Voor de berekening van het pensioen bedraagt de verhoging van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar 1,37%.
Grafiek typeloopbaan OOffr Niv B - Adjudant-chef (Tabel 10)
Wedde-evolutie typeloopbaan OOffr Niv B - Adjudant-chef (Tabel 10)
AdjtMaj Niv B
Uw tekst...
Grafiek typeloopbaan OOffr Niv B - Adjudant-majoor (Tabel 10)
Wedde-evolutie typeloopbaan OOffr Niv B - Adjudant-majoor (Tabel 10)
Offr Niv B
Dossier N536 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
In de grafiek hieronder zien we dat de loonopbouw van de lager officieren van het niveau B gebaseerd is op de loonopbouw van het middenkader niveau B van politie met daarbovenop de commandotoelage die in de wedde wordt geïntegreerd.
Als we de categorie van lager officieren niveau B vergelijken met het officierskader van politie stellen we vast dat deze categorie 188.915 € minder loonmassa opbouwt dan de vergelijkbare categorie van de commissaris van politie.
In de onderstaande tabel vindt u voor de type loopbaan van lager officier van het niveau B de evolutie van de verloning. De kolom percentage verhoging geeft het verhogingspercentage weer tussen de kolom uit het koninklijk besluit van 18 maart 2003 (Barema 2003) en de kolom van de nieuwe weddebarema inclusief de loopbaantoelage (Bar+Toel 24)
Zoals u zelf kan vaststellen verhoogt het inkomen van de lager officier met een percentage tot 5,30 afhankelijk van de periode van de loopbaan.
Voor de berekening van het pensioen bedraagt de verhoging van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar 1,04%.
Grafiek typeloopbaan Offr Niv B - Kapitein-commandant (Tabel 1Ter)
Wedde-evolutie typeloopbaan Offr Niv B - Kapitein-commandant (Tabel 1Ter)
Offr Niv A
Dossier N536 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
De Lager Officier (LO)
De weddenbarema van de lager officieren van het niveau A wordt volledig afgelijnd op weddenbarema van de commissaris van politie.
We vergelijken:
- de onderluitenant met de commissaris bezoldigd volgens de barema “O2”,
- de eerste luitenant met de commissaris bezoldigd volgens de barema “O2”,
- de kapitein met de commissaris bezoldigd volgens de barema “O3”,
- de kapitein-commandant met de commissaris bezoldigd volgens de barema “O4”.
De Hoofd Officier (HO)
De weddebarema van de hoger officieren van het niveau A wordt vergeleken met de weddebarema van de hoofdcommissaris van politie.
We vergelijken:
- de majoor met de hoofdcommissaris bezoldigd volgens de barema “O5”,
- de luitenant-kolonel met de hoofdcommissaris bezoldigd volgens de barema “O6”,
- de kolonel met de hoofdcommissaris bezoldigd volgens de barema “O7”.
De loonevolutie in de grafieken is gebaseerd op een typeloopbaan waarbij de officier bij het eerste comité wordt weerhouden voor bevordering.
Lager Officier - Cdt
Lager Officier (LO) - Kapitein-commandant
In de onderstaande tabel vindt u voor de type loopbaan van lager officier van het niveau A de evolutie van de verloning. De kolom percentage verhoging geeft het verhogingspercentage weer tussen de kolom uit het koninklijk besluit van 18 maart 2003 (Barema 2003) en de kolom van de nieuwe weddebarema inclusief de loopbaantoelage (Bar+Toel 24)
Zoals u zelf kan vaststellen verhoogt het inkomen van de lager officier met een percentage tot 19,52 afhankelijk van de periode van de loopbaan.
Voor de berekening van het pensioen bedraagt de verhoging van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar 4,79%.
Grafiek typeloopbaan Offr Niv A - Kapitein-commandant (Tabel 1)
Wedde-evolutie typeloopbaan Offr Niv A - Kapitein-commandant (Tabel 1)
Hoofdofficier - Majoor
Hoofd Officier (LO) - Majoor
In de tabel hieronder vindt u voor de type loopbaan van hoger officier (Maj) van het niveau A de evolutie van de verloning. De kolom percentage verhoging geeft het verhogingspercentage weer tussen de kolom uit het koninklijk besluit van 18 maart 2003 (Barema 2003) en de kolom van de nieuwe weddebarema inclusief de loopbaantoelage (Bar+Toel 24)
Zoals u zelf kan vaststellen verhoogt het inkomen van de lager officier met een percentage tot 9,33 afhankelijk van de periode van de loopbaan.
Voor de berekening van het pensioen bedraagt de verhoging van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar 3,41%.
Grafiek typeloopbaan Offr Niv A - Majoor (Tabel 1)
Wedde-evolutie typeloopbaan Offr Niv A - Majoor (Tabel 1)
Hoofdofficier - LtKol
Hoofd Officier (LO) - Luitenant-kolonel
In de tabel hieronder vindt u voor de type loopbaan van hoger officier (LtKol) van het niveau A de evolutie van de verloning. De kolom percentage verhoging geeft het verhogingspercentage weer tussen de kolom uit het koninklijk besluit van 18 maart 2003 (Barema 2003) en de kolom van de nieuwe weddebarema inclusief de loopbaantoelage (Bar+Toel 24)
Zoals u zelf kan vaststellen verhoogt het inkomen van de lager officier met een percentage tot 8,07 afhankelijk van de periode van de loopbaan.
Voor de berekening van het pensioen bedraagt de verhoging van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar 0,29%.
Grafiek typeloopbaan Offr Niv A - Luitenant-kolonel (Tabel 1)
Wedde-evolutie typeloopbaan Offr Niv A - Luitenant-kolonel (Tabel 1)
Hoofdofficier - Kol
Hoofd Officier (LO) - Kolonel
In de tabel hieronder vindt u voor de type loopbaan van hoger officier (Kol) van het niveau A de evolutie van de verloning. De kolom percentage verhoging geeft het verhogingspercentage weer tussen de kolom uit het koninklijk besluit van 18 maart 2003 (Barema 2003) en de kolom van de nieuwe weddebarema inclusief de loopbaantoelage (Bar+Toel 24)
Zoals u zelf kan vaststellen verhoogt het inkomen van de lager officier met een percentage tot 7,73 afhankelijk van de periode van de loopbaan.
Voor de berekening van het pensioen bedraagt de verhoging van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar 0,00%.
Grafiek typeloopbaan Offr Niv A - Kolonel (Tabel 1)
Wedde-evolutie typeloopbaan Offr Niv A - Kolonel (Tabel 1)
Advies ACV Defensie
Dossier N536 - Ontwerp van koninklijk besluit weddeherziening
N536
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier.
Advies ACV Openbare Diensten – CSC Services Publics
ACV Openbare Diensten – CSC Services Publics gaat AKKOORD met het ontwerp van koninklijk besluit hierboven vermeld. In de motivatie van ons advies halen we eveneens zeer belangrijke knelpunten aan die bekeken moeten worden.
Motivatie en knelpunten
Door de beslissing die de ministerraad heeft genomen tijdens het budgettair conclaaf van oktober 2021 dient de impact van het onderhandelde weddedossier N526 op de pensioenen via de perequatie beperkt te blijven tot 150 miljoen euro in 2025. Hierdoor dient dit dossier herwerkt te worden en de voorziene opslag verdeeld te worden in een deel weddeverhoging (met perequatie) en een deel loopbaantoelage die geen perequatie met zich meebrengt.
In het protocol van het op 30 april 2021 onderhandelde weddedossier N526 stelde ACV Defensie al vast dat:
- De nieuwe weddebarema’s slechts een gedeeltelijke aflijning zijn binnen een beperkt budgettair kader. Hierdoor wordt geen 100% marktconformiteit bereikt.
- De afllijning is een momentopname. Om marktconform te blijven dient de militaire wedde periodiek te worden geëvalueerd en bijgestuurd.
- Gezien de inzet, de beschikbaarheid en de belasting die Defensie vraagt aan de vrijwilligers is de loonopbouw van de categorie van de vrijwilligers onvoldoende. Daarenboven ligt deze wedde nog een heel stuk lager dan de bewakingsagent uit de private sector die de wacht in de militaire kwartieren verzorgen.
- De categorie van de keur- en hoofdonderofficieren niet correcte zijn afgelijnd ten opzichte van het veiligheids- en defensielandschap van het federaal openbaar ambt. Voor de graden van Adjudant, Adjudant-Chef en Adjudant-Majoor constateren we dat de eindwedde gemiddeld 2.519,16 euro per jaar (100%) lager ligt dan deze van de vergelijkbare groep en hierdoor op de volledige loopbaan een loonmassaverlies wordt opgebouwd van gemiddeld 32.881,60 euro.
- Defensie zijn eigen vooropgestelde basisprincipe “het spanningsveld tussen de graden behouden” niet toepast voor de Adjudant-chef en Adjudant-majoor. Het spanningsveld stijgt van 1.250,00 euro in het koninklijk besluit van 18 maart 2003 tot 1.747,00 euro in het onderhandelde weddedossier N526 van 30 april 2021.
- Geen correcte aflijning gebeurde binnen het officierskader. Tussen de lagere officieren van het niveau A en van het Niveau B bestaat er groot weddeverschil. Hier wordt een vorm van discriminatie gecreëerd door geen gelijk loon toe te kennen voor gelijk werk.
- De grote positieve loonmassa van de hoger officier (kolonel) is niet coherent met de grote negatieve loonmassa van de keur- en hoofdonderofficier. (Adjt, AdjtChef, AdjtMaj).
- De door de overheid doorgevoerde wijziging aan artikel 31 die de rechten van de categorie van de hoger officieren verandert met het oog op het toekennen van maaltijdcheques zijn onaanvaardbaar. Deze problematiek moet niet behandeld worden in de weddeonderhandeling.
De weddetabellen van het nieuwe herwerkte ontwerp van koninklijk besluit (N536) werden eenzijdig door de militaire overheid ontwikkeld. Deze weddeverhogingen werden berekend op het verschil tussen de wedde uit het koninklijk besluit van 18 maart 2003 en de wedde uit het onderhandeld weddedossier van 30 april 2021 (N526).
ACV Defensie is niet tevreden met deze herwerkte versie omdat:
- Als basis van de herberekening, het koninklijk besluit van 18 maart 2003 werd gehanteerd.
De weddeverhogingen in de herwerkte versie werden berekend op het verschil tussen de wedde uit het koninklijk besluit van 18 maart 2003 en de wedde uit het onderhandeld weddedossier van 30 april 2021 (N526).
Het koninklijk besluit van 18 maart 2003 geeft echter geen correcte marktconformiteit weer. De categorie van de onderofficieren heeft naast de 1% lineaire verhoging in het kader van Copernicus geen enkele aanpassing gekregen aan de eindwedde sinds 1994. Daarentegen wordt aan de eindwedde van de officieren bovenop de lineaire verhoging in het kader van Copernicus een commandotoelage toegekend die met het KB van 3 juni 2007 meegenomen werd in de pensioenberekening. Hierdoor stelt ACV Defensie vast dat graad van kolonel sinds 2007 al voor 100% marktconform is ten opzichte van het op 30 april 2021 onderhandelde weddedossier (N526). (zie tabellen en grafieken van de militaire loonevolutie hieronder)
Het koninklijk besluit van 18 maart 2003 is dan ook niet geschikt als basis voor de herberekening.
In het huidige ontwerp van koninklijk besluit (N536) stellen we vast dat de ongelijke behandeling gehandhaafd blijft. Indien de onderhandeling van 30 april 2021 (N526) zou worden geïmplementeerd, zou dit behalve voor de keuronderofficieren en de hoofdonderofficieren, 100% marktconformiteit betekenen. ACV Defensie vindt het dan ook normaal dat het percentage marktconformiteit in het huidige dossier vergeleken wordt met de 100% marktconformiteit die onderhandeld werd op 30 april 2021. (zie tabellen hieronder)
Officieren Niveau A – Tabel 1
Officieren Niveau B – Tabel 1Ter
Onderofficieren Niveau C – Tabel 7
Onderofficieren Niveau B – Tabel 10
Vrijwilligers – Tabel 12
De meest voorkomende eindgraden waarop militairen op pensioen vertrekken zijn 1KplChef, Adjt, AdjtChef, AdjtMaj, Cdt, Maj, LtKol en Kol
Het pensioen van de militairen wordt berekend op basis van de eindwedde van de laatste 10 jaar. Vandaar ook het belang dat voor alle categorieën moet gestreefd worden om de op 30 april 2021 onderhandelde eindwedde zo veel mogelijk te evenaren.
ACV Defensie stelt echter vast dat de hoogte van de nieuwe eindwedde (N536) ten opzichte van het onderhandeld eindwedde OKB (N526) zeer uiteenlopende percentages oplevert:
- 1KplChef: 94,38 %
- Adjt Niv C: 89,84%
- AdjtChef Niv C: 91,7%
- AdjtMaj Niv C: 91,4%
- AdjtChef Niv B: 98,67%
- AdjtMaj Niv B: 98,94%
- Cdt Niv B: 98,98%
- Cdt Niv A: 95,63%
- Maj Niv A: 96,81%
- LtKol Niv A: 99,71%
- KolNiv A: 100 %
ACV Defensie vindt dit nieuwe ontwerp niet rechtvaardig en eerlijk naar het personeel toe omdat het werd ontwikkeld op basis van de scheefgetrokken situatie van het KB van 18 maart 2003 en niet op basis van het onderhandeld dossier (N526) van 30 april 2021.
Vanwege bovenstaande redenen heeft ACV Defensie op 10 november 2021 een concreet tegenvoorstel ingediend (zie presentatie ACV Defensie) bij de militaire overheid met als doel deze scheefgegroeide situatie zo veel als mogelijk recht te trekken door een gelijk percentage toe te kennen voor enerzijds de vrijwilligers en anderzijds voor de kaders van onderofficieren en officieren.
Rekening houdende met voorgaande vaststellingen, doch ook in het licht van:
- De wedde-evolutie van de Vrijwilligers de voorbije 30 jaar en de opgelopen loonachterstand
- De metings- en wegingsresultaten van de functies van de Vrijwilligers (Deloitte)
- De nog steeds aanwezige loonachterstand van de Vrijwilligers t.o.v. de veiligheidsberoepen en het competitief nadeel hiervan voor de rekrutering,
denkt ACV Defensie dat een wezenlijke correctie van het huidige ontwerp noodzakelijk is.
Deze bijsturing verloopt volledig binnen de parameters van het recente begrotingsconclaaf (150 Mio. begrenzing van de perequatie) en houdt rekening met de afgesproken principes en het mechanisme van de inkomensherziening.
Ze is gebaseerd op twee uitgangspunten:
- Een shift van de relatieve verdeling van het
weddeluik ten voordele van de vrijwilligers: 95%
(van de onderhandelde eindwedde OKB 30 april 2021) - Een gelijke behandeling van de kaders (Offr en OOffr)
met betrekking tot het weddeluik: 92%
(van de onderhandelde eindwedde OKB 30 april 2021)
Opmerking: Barema’s die met het KB van 18 maart 2003
al een hoger percentage bereiken, behouden dit percentage.
Gezien de strikte timing die de overheid en bepaalde vakorganisaties willen aanhouden, werd dit dossier niet weerhouden door de overheid.
ACV Defensie vindt het echter absoluut noodzakelijk dat bij een volgende evaluatie en bijsturing deze incorrecte situatie wordt rechtgezet alsook dat alle categorieën volledig marktconform worden bezoldigd.
Initiatieven
ACV Defensie neemt het voortouw in de onderhandeling
ACV Defensie heeft zowel tijdens de eerste als tijdens de tweede fase van de onderhandeling over de weddeherziening van de militairen verschillende voorstellen van weddeopbouw en een fair verloningsbeleid gepresenteerd aan de overheid en aan de andere vakorganisaties. Hieronder vindt u enkele van onze voorstellen en dossiers.
N526 - Protocol van 30 april 2021
- 27 mei 2020 - Presentatie van ACV Defensie
- 27 mei 2020 - dossier ACV Defensie - weddonderhandeling - barema's
- 12 februari 2021 - Presentatie van ACV Defensie
- 26 februari 2021 - Presentatie van ACV Defensie
- 10 maart 2021 - Presentatie van ACV Defensie - principes
- 21 maart 2021 - Presentatie van ACV Defensie - beperkte budgettaire impact
- 21 maart 2021 - Dossier ACV Defensie - Budgettaire impact Max 150 Mio
- 25 maart 2021 - Dossier ACV Defensie - Overzicht verschillen Vakorg-Defensie.pdf
N536 - Protocol van 19 november 2021
Zie ook onze overzicht filmpjes
Deel 1:
Deel 2:
Barema's per graad
Hieronder vindt u de volledig uitgewerkte barema's van de meest voorkomende tabellen per categorie. (Tabel 12 voor de vrijwilligers, Tabel 7 voor de onderofficieren niveau C, Tabel 10 voor de onderofficieren niveau B, Tabel 1Ter voor de Officieren niveau B en Tabel 1 voor de Officieren niveau A). Naast de gewijzigde weddebedragen worden eveneens per categorie en/of per graad de gewijzigde basisprincipes beschreven.
De bedragen in de barema's zijn bruto jaarbedragen. Dit wil zeggen, om uw bruto maandwedde te bekomen dat je deze bedragen nog moet indexeren en delen door 12.
De lichtgroene kolom geeft de bruto jaarwedde vanaf 1 januari 2024 weer, inclusief de loopbaantoelage. De lichtblauwe kolom geeft de jaarwedde en loopbaantoelage aan die je zal ontvangen vanaf 1 maart 2022 (onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad) en de grijze kolom geeft de jaarwedde en loopbaantoelage weer die je ontvangt vanaf 1 januari 2023.
Als je in de kolom "huidige wedde" uw huidige bruto jaarwedde terugvindt, dan zie je op dezelfde lijn de evolutie van deze wedde in maart 2022, op de volgende lijn wat deze jaarwedde zal zijn in januari 2023 en op de daaropvolgende lijn wat deze jaarwedde zal zijn in januari 2024. Wil je echter een meer correcte en gepersonaliseerde berekening, vul dan ons online aanvraagformulier.
Gewijzigde principes tijdens de implementatie
vanaf 1 maart 2022
- worden de jaarlijkse, tweejaarlijkse, driejaarlijkse en vierjaarlijkse tussentijdse verhogingen vervangen door jaarlijkse verhogingen.
vanaf 1 januari 2024
- start de wedde-anciënniteit voor alle categorieën vanaf de leeftijd van 18 jaar of vanaf de datum van indiensttreding, indien deze later valt.
- wordt de meesterschapstoelage en de commandotoelage geïntegreerd in de wedde.
- wordt bij sociale promotie naar de categorie van de officieren, de 2/3 regel afgeschaft
- zal om de sociale promotie of de overgang attractief te maken, de nieuwe wedde minimum 1.000 euro hoger bedragen dan de wedde voor de sociale promotie of overgang.
Om tegemoet te komen aan de genomen politieke beslissing van het begrotingsconclaaf werd de onderhandelde weddebarema (protocol van 30 april 2021) herwerkt. (zie tabblad "weddeherziening 2022-2024") De voorziene wedde-evolutie (verhogingen) van de onderhandelde weddebarema's werden voor de opmaak van de weddebarema 2022/2023 behouden maar afgetopt op de huidige maximale wedde. Dit om geen perequatie van de pensioenen te hebben voor 2024. Daarnaast werd een gedeeltelijke loopbaantoelage toegekend. Vanaf 1 januari 2024 verhogen de eindwedden tot het niveau die een maximale perequatie van 150 miljoen euro genereerd en wordt de volledige loopbaantoelage toegekend.
Vrijwilligers - Tabel 12
De vrijwilligers - Tabel 12
Sdt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de soldaten die een wedde-anciënniteit hebben van 10 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
1Sdt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de eerste soldaten die een wedde-anciënniteit hebben van 7 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
Kpl
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de korporaals die een wedde-anciënniteit hebben van 10 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
KplChef
De wedde van de vrijwilliger met de graad van korporaal-chef bestaat uit twee delen, een gedeelte wedde en een gedeelte loopbaantoelage.
1KplChef
De wedde van de vrijwilliger met de graad van eerste korporaal-chef bestaat uit twee delen, een gedeelte wedde en een gedeelte loopbaantoelage.
In augustus 2022 en augustus 2023 wordt samen met de wedde ook de meesterschapstoelage betaald.
Vanaf 2024 wordt de meesterschapstoelage geïntegreerd in de wedde van de eerste korporaal-chef. Het resterende gedeelte van de meesterschapstoelage voor de referentieperiode van 1 augustus 2023 tot 31 december 2023 zal samen met de wedde van de maand januari 2024 worden betaald.
OOffr - Tabel 7
De onderofficieren van het niveau C - Tabel 7
Sgt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de sergeanten die een wedde-anciënniteit hebben van 13 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
1Sgt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de eerste sergeanten die een wedde-anciënniteit hebben van 13 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
1SgtChef
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de eerste sergeant-chefs die een wedde-anciënniteit hebben van 16 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
1SgtMaj
Adjt
De wedde van de onderofficier met de graad van adjudant bestaat uit twee delen, een gedeelte wedde en een gedeelte loopbaantoelage.
AdjtChef
De wedde van de onderofficier met de graad van adjudant-chef bestaat uit twee delen, een gedeelte wedde en een gedeelte loopbaantoelage.
AdjtMaj
De wedde van de onderofficier met de graad van adjudant-majoor bestaat uit twee delen, een gedeelte wedde en een gedeelte loopbaantoelage.
OOffr - Tabel 10
De onderofficieren van het niveau B - Tabel 10
Sgt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de sergeanten die een wedde-anciënniteit hebben van 13 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
1Sgt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de eerste sergeanten die een wedde-anciënniteit hebben van 13 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
1SgtChef
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de eerste sergeant-chefs die een wedde-anciënniteit hebben van 17 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
1SgtMaj
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de eerste sergeant-majoors die een wedde-anciënniteit hebben van 8 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
Adjt
De wedde van de onderofficier met de graad van adjudant bestaat uit twee delen, een gedeelte wedde en een gedeelte loopbaantoelage.
AdjtChef
De wedde van de onderofficier met de graad van adjudant-chef bestaat uit twee delen, een gedeelte wedde en een gedeelte loopbaantoelage.
AdjtMaj
De wedde van de onderofficier met de graad van adjudant-majoor bestaat uit twee delen, een gedeelte wedde en een gedeelte loopbaantoelage.
Offr - Tabel 1Ter
De officieren van het niveau B - Tabel 1Ter
Olt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de onderluitenanten die een wedde-anciënniteit hebben van 8 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
1Lt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de eerste luitenanten die een wedde-anciënniteit hebben van 12 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
Kapt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de kapiteins die een wedde-anciënniteit hebben van 22 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
Cdt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de kapitein-commandanten die een wedde-anciënniteit hebben van 22 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
Offr - Tabel 1
De officieren van het niveau A - Tabel 1
Olt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de onderluitenanten die een wedde-anciënniteit hebben van 17 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
1Lt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de eerste luitenanten die een wedde-anciënniteit hebben van 18 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
Kapt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de kapiteins die een wedde-anciënniteit hebben van 16 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
Cdt
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de kapitein-commandanten die een wedde-anciënniteit hebben van 16 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
Maj
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de majoors die een wedde-anciënniteit hebben van 17 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
LtKol
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de luitenant-kolonels die een wedde-anciënniteit hebben van 21 jaar of minder al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
LtKol
Door de implementatie van de voorziene wedde-evolutie van april 2021, beperkt tot het maximum van de huidige weddetabel (kb 18 maart 2003), in de nieuwe weddebarema's, genieten de kolonels al op 1 maart 2022 van de totaliteit van de weddeverhoging.
Pensioen / Perequatie
De nieuwe weddebarema's hebben een impact op de pensioenen van zowel de reeds gepensioneerde militair via het systeem van perequatie alsook op de militair die in de toekomst gepensioneerd zal worden.
Toekomstig gepensioneerde
Tijdens de onderhandeling in het voorjaar die afgesloten werden op 30 april 2021 werd er met beperkte middelen (Max 150 miljoen euro) getracht om de militaire wedden af te lijnen op de wedden van de politie voor het vergelijkbaar competentieniveau.
Zoals u in ons advies N526 (protocol van 30 april 2021) kan lezen werden niet alle personeelscategorieën correct afgelijnd.
Met de herziening van het weddedossier in oktober, november 2021 (protocol van 19 november 2021) dienden we, in uitvoering van de beslissing genomen door de vicepremiers tijdens het begrotingsconclaaf, de eindwedden van alle personeelscategorieën verlagen om de perequatie terug te dringen tot maximum 150 miljoen in 2025 in plaats van de kostprijs van 307 miljoen euro uit de onderhandeling van april 2021 (protocol van 30 april 2021).
Ondanks het uitdrukkelijk verzoek en tegenvoorstel van ACV Defensie om de scheefgegroeide situatie van de eindwedden recht te trekken door:
- enerzijds de eindwedden van de vrijwilligers op te trekken tot 95% van de onderhandelde eindwedde van 30 april 2021
- anderzijds de eindwedden van de kaders (onderofficieren en officieren) gelijk te behandelen door voor alle graden 92% van de eindwedde van 30 april 2021 toe te kennen. (Graden waarvan het percentage al hoger uitkomt in het koninklijk besluit van 18 maart 2003, behouden uiteraard dit hoger percentage)
besliste de overheid, wegens tijdsgebrek, om geen aanpassingen meer door te voeren.
Hierdoor blijft de verhouding tussen de eindwedde van april 2021 ten opzichte van de eindwedde van november 2021 zeer uiteenlopend en niet rechtvaardig voor bepaalde personeelscategorieën:
- 1KplChef: 94,38 %
- Adjt Niv C: 89,84%
- AdjtChef Niv C: 91,7%
- AdjtMaj Niv C: 91,4%
- AdjtChef Niv B: 98,67%
- AdjtMaj Niv B: 98,94%
- Cdt Niv B: 98,98%
- Cdt Niv A: 95,63%
- Maj Niv A: 96,81%
- LtKol Niv A: 99,71%
- KolNiv A: 100 %
Zoals u in bovenstaande gegevens kan vaststellen ontvangt de keuronderofficieren van het niveau C een wedde die meer dan 10 procent lager ligt dan de onderhandelde wedde op 30 april 2021.
Als je de loopbaantoelage meetelt zal deze keuronderofficier wel degelijk minimaal het bedrag van de wedde halen die werd onderhandeld op 30 april 2021. ACV Defensie merkt hierbij eveneens op dat deze onderhandelde wedde ook niet marktconform was.
Dit wil zeggen dat de militair tijdens zijn loopbaan een verloning (wedden en loopbaantoelage) zal ontvangen die voor vele categorieën vergelijkbaar is met de wedde van de equivalente personeelscategorieën bij de politie.
Daarentegen zal de militair nog steeds met pensioen gaan met een wezenlijk lager pensioen dan dat van de politiebeambte van de equivalente personeelscategorie.
Dit wezenlijk verschil wordt natuurlijk veroorzaakt door de genomen beslissing van de vicepremiers tijdens het begrotingsconclaaf.
ACV Defensie stelt dat Defensie in de nabije toekomst moet trachten de loopbaantoelage te integreren in de wedde zodanig dat deze eveneens meetelt voor de pensioenberekening van de militair.
Enkel op die manier wordt een correcte aflijning op de politie bewerkstelligd.
Gepensioneerde militair
Wat is perequatie?
De rust- en overlevingspensioenen van ambtenaren volgen de evolutie van de bezoldigingen van de actieve ambtenaren. Deze aanpassing van het pensioenbedrag noemen we perequatie.
De aanpassing van de pensioenbedragen aan de bezoldigingen van de actieve personeelsleden gebeurt op basis van korven. Elk rust- of overlevingspensioen van het ambtenarenstelsel is verbonden aan een welbepaalde korf.
Alle pensioenen van eenzelfde korf worden telkens na een referentieperiode van 2 jaar, automatisch verhoogd met een bepaald percentage. Dit percentage stellen we per korf vast op basis van de verhogingen van:
- de maxima van de weddeschalen;
- bepaalde weddebijslagen;
- het vakantiegeld;
- de eindejaarspremie.
Meer informatie over de perequatie vindt u op de website van de federale pensioendienst: https://www.sfpd.fgov.be/nl/kenniscentrum/perequatie
Perequatie: Wanneer en hoeveel ?
Tijdens het begrotingsconclaaf beslisten de vicepremiers op 12 oktober 2021 dat de voorziene perequatiekost van 307 miljoen euro van het onderhandeld weddedossier van 30 april 2021:
- beperk diende te worden tot 150 miljoen euro.
- pas een impact mocht hebben op de perequatie van 2025.
Door deze politieke beslissing dienden de vakorganisaties samen met de overheid het volledige weddedossier te herwerken.
Om de perequatiekost te herleiden tot 150 miljoen euro werd de onderhandelde wedde opgesplitst in een gedeelte aan wedde (die meetelt voor perequatie) en een gedeelte aan loopbaantoelage (die NIET meetelt voor perequatie). Hierbij werden de eindwedden die in aanmerking worden genomen voor de perequatieberekening begrensd tot de huidige eindwedden (KB van 18 maart 2003) tot eind 2023. Pas in 2024 worden de eindwedden opgetrokken zodanig dat de eerste perequatie voor de militairen zal plaatsvinden in 2025.
Het percentage van de perequatie wordt pas in 2025 correct vastgelegd.
Dit wordt momenteel geraamd rond de 8,7%. Door het systeem van de perequatie betekent dit een verhoging van 5% in 2025 en een verhoging met het restpercentage (8,7 ?? - 5) in 2026.