19 juli 2019
Gebruik van burn-pits in operaties
De laatste weken lazen we heel wat berichten in de media over de blootstelling van onze militairen aan giftige stoffen, als gevolg van afvalverbranding in burn-pits.
De concentratie van giftige stoffen hangt natuurlijk af van meerdere factoren: open of gesloten burn-pits, de afstand tot de burn-pit, de hoeveelheid wind en de richting, wat werd er verbrand, … Het grootste gevaar voor de mens zijn de kleinste partikels die hierbij vrijkomen. Deze komen immers veel dieper in het lichaam terecht en kunnen dus meer schade berokkenen.
ACV Defensie bleef niet bij de pakken zitten en ging op onderzoek uit. Onze contactpersonen analyseerden de metingen die werden gedaan door Defensie en door andere naties. Hieruit blijkt dat de concentratie waaraan onze mensen werden blootgesteld veel lager ligt dan de grenswaarde voor de beroepsmatige blootstelling aan fijn stof.
Tijdens het Hoger Overleg Comité van 27 juni informeerde Generaal Laire ons over volgende conclusies:
- De blootstelling varieert van theater tot theater.
- De Belgische metingen liggen in lijn met de metingen uitgevoerd door de andere landen.
- De gemeten blootstellingen voor de kleinste partikels overschrijden de milieunormen in EUR/WHO (3x hoger/ 4x hoger).
- De gemeten blootstelling voor de kleine partikels overschrijden nooit de normen van beroepsmatige blootstellingen.
- Volgens de Military Exposure Guidelines situeert de blootstelling zich net boven de Marginal van 65 microgram per kubieke meter.
- Blootstellingen van deze grootorde kunnen bij sommige gezonde personen aanleiding geven tot de ontwikkeling van chronische aandoeningen. Personen met astma of hart- en vaatziekten lopen een groter risico.
- Er is onvoldoende zicht op mogelijke langetermijneffecten door blootstelling van onze militairen.
Uit de metingen kunnen we besluiten dat het aantal kleine partikels dat onze militairen inademden in Mali 2 keer groter is dan in België. In Afghanistan is dat aantal zelfs 4 keer zo groot. Defensie beloofde ACV Defensie dat het zijn verantwoordelijkheid als werkgever zal nemen in het geval van onomkeerbare impact op de gezondheid van de militairen.
We betreuren echter dat Defensie zo lang heeft gewacht om deze informatie te communiceren. Defensie heeft als werkgever een bepaalde verantwoordelijkheid, zeker als het gaat over de gezondheid van zijn personeel. Een militair kan overal ingezet worden, ook op locaties die een risico kunnen zijn voor de gezondheid. We denken hierbij onder meer aan het gebruik van verarmd uranium in munitie, bodemverontreiniging (zware metalen), luchtverontreiniging (burn-pits), stortplaatsen, … Het is belangrijk om daar tijdig en transparant over te communiceren.
ACV Defensie raadt militairen die in gebieden gezeten hebben waar ze mogelijk blootgesteld werden aan luchtvervuiling aan om een afspraak met de arbeidsgeneesheer en om deze afspraak in hun dossier te laten vermelden. Bovendien vragen we dat elke militair na een buitenlandse zending Bijlage G aan het IMDO invult. Op die manier kan er gevraagd worden aan de arbeidsgeneesheer om voortgezet gezondheidstoezicht. Rest nog de vraag of dit ook wordt voortgezet als de militair op pensioen vertrekt.
Download de "pdf" versie van deze nieuwsbrief