1 juli 2016
De strategische visie van Defensie door een syndicale bril
De minister van defensie is een man met een plan. Na een strijd van twintig maanden met tussentijdse ‘wake up call’s’ voor de ingedommelden, kwam de minister deze week met een plan van 144 bladzijden op de proppen. Of toch met een visie waarover men binnen de regering een ambitieus akkoord heeft bereikt, of acte heeft van genomen. Of een tekst die de contouren creëert om zuurstof te geven aan het departement… Voor de minister is de visie en het perspectief met dit plan duidelijk.
Een uitnodiging
In een flash getiteld " een sterke toekomst voor Defensie" , gericht naar al de personeelsleden van defensie , nodigt hij iedereen uit om de tekst met veel kritische zin te lezen. Dat moet hij natuurlijk geen twee keer vragen. Deze boodschap is duidelijk ook voor ons.
En omdat we de essentiële rol van de sociale partners in dit plan dadelijk in het oog zien springen op pagina 138, gaan we graag op zijn uitnodiging in.
Onze eerste kijk op de afgeklopte visie.
In de flash geeft de minister alvast de voor hem belangrijke elementen mee: de stijging van de defensie-inspanningen naar 2030 richting de scope 1,2-1,5%bbp, de vrijmaking van 200mio voor investeringen korte termijn en het starten van investeringsdossiers, gepaard gaande met een modernisering van het HR-beleid met 25000 VTE, de focus op militaire kerntaken en oog voor de landcomponent.
De benoemde kerntaken en dimensies, de investeringsambities en de effectieven klinken dan ook niet echt onbekend in de oren. Ze werden ook al bij de regeringsbeslissingen van december 15 neergelegd dachten we zo.
Wij zagen echter ook nog wat mist in het dossier, allicht te wijten aan de kwaliteit van onze brilglazen, maar we zijn er van overtuigd dat de minister ze met graagte zal oppoetsen.
Een budgettair evenwichtige Defensie.
Het plan uit de lovenswaardige ambitie om België als NAVO partner terug op de middenmoot van de klas te zetten. Terecht. Te lang droegen we de rode lantaarn en dat maakt ons niet geloofwaardig. Weliswaar met die wel te verstane noot dat bij uitstek het personeel er tot nu toe voor zorgde dat we niet met al te veel schaamrood op de kaken moesten staan.
Op zich een huzarenstukje om die trendbreuk sinds lang te voorzien. Credits voor de minister. We moeten tussen de lijnen wellicht ook lezen dat de minister ook intekent voor een nieuwe ambtstermijn, want het budgettaire traject voor de herkapitalisatie van Defensie toont pas echt ambitie vanaf 2020. De ambitie naar de gemiddelde leerling van de klas blijft ook een vork ( tussen 1,2 en 1,5% van het bbp).
We zien ook dat de investeringen in hoofdzaak gaan naar materieel. Natuurlijk heeft de militair een goede uitrusting nodig, of dit nu groot of klein materieel betreft. Een beschaafd mens eet met mes en vork, ongeacht zelfs of men het plaatje van Defensie nu hertekent of niet. Goed ook dat men oog heeft voor wat men voor anderen altijd al niet meer dan normaal heeft gevonden. We mogen dit dan eindelijk ook als normaal beschouwen voor onze militairen?
De capacitaire portfolio.
Het ambitieniveau wordt weergegeven op basis van de idee van de kerntaken. De breedte van het capacitaire richt zich op de geloofwaardigheid van België als partner. Vandaar de inzet op de vier capacitaire dimensies , met name inlichtingen-cyber-influence -wat relatief nieuw is-, land, lucht en maritiem. Dit zijn uiteraard politiek keuzes en heeft zijn logica. Toch roept dit ook heel wat vragen op:
Zo gaat men steevast prat op de toets steun interne veiligheid en mogelijke nationale samenwerking, wat defensie allicht ook op de imago-kaart ten goede zal komen, maar we zien vandaag ook welke belasting ‘samenwerking’ kan teweegbrengen. Laat ons hopen dat de stelling dat defensie het laatste vangnet van de maatschappelijke veiligheid inzake veiligheid op het nationale grondgebied in de juiste context wordt begrepen en niet leidt tot nieuwe parasitaire situaties.
Een efficiënte defensie vooral in de steuncapaciteiten?
In de steuncapaciteiten zien we zware klappen voor de staf, links en rechts duidelijkere keuzes en ook regelmatig het begrip ‘sourcing’ terugkomen: lees rationalisatie in de operationele ondersteuning en sourcing van de rest. Onduidelijk nog tot wat dit laatste effectief leidt, zeker op vlak van kostprijs. Het lijkt er op dat men er van uitgaat dat sourcing per definitie goedkoper is en men rekent wat later in de tekst dan ook op een winst op vlak van VTE van maar liefst 5000. Dit lijkt ons toch een wel zeer concrete rekening, stellende dat het om thans lopende studies gaat.
Onder deze steuncapaciteiten blijft de medische entiteit toch noch wat boter nog vis, hoewel ze omschreven wordt als ons inziens volwaardige capaciteit , zei het nu als component dan wel geïntegreerd of hybride. Het hospitaal lijkt alvast zijn bestemming als calamiteitenhospitaal te veroveren, op voorwaarde dat partners als Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken en nog enkele anderen leidend tot een modus vivendi komen.
We zien dat men ook verdere rationalisatie zoekt in de vorming of mooier competence development. Kort gezegd, meer doen met minder, en dit met allerlei maatregelen: samenwerking, afstoten , ‘blended learning’,… Ondanks dat blijft er ambitie om de uitstroom of attritie bij vorming te bestrijden, wat uit het verleden is gebleken als een immense uitdaging. Het is wel niet duidelijk hoe hoog die ambitie dan wel moet zijn.
En god weet wat we hebben aan het stellen dat een verregaande centralisatie niet wenselijk is maar dat we het patrimonium maximaal moeten laten aansluiten aan de operationele noden. Mensen willen gewoon weten waar ze aan toe zijn, simpel. Dat dergelijke rationalisatie meespeelt in het al dan niet aantrekken van nieuw publiek spreekt voor zich. Een woordelijke spreidstand zal de realiteit niet verzachten.
Ook enkele punctuele angeltjes, zoals het welzijnsbeleid en de vlotte pennentrek richting externe preventiediensten.
Deze hoofdstukken deden onze ogen dan ook al wat meer knipperen.
Een jonge defensie met een flexibel personeelsbeleid
Personeelsaangelegenheden : onze corebuisness. Het plan geeft een perspectief van 25000 VTE, geeft aan maximaal te willen afstappen van life time employment en wil een jong leger: gemiddelde leeftijd van maar liefst 34.1jaar in 2030 (met het accent ook weer in de volgende regering weliswaar).
Hoofdstuk 7 spert onze ogen dan ook ver open: 25000 personeelsleden betekent enorme inspanningen op instroom. En sinds jaar en dag kloppen we op die nagel: de instroom wordt bepaald door de uitstroom… Daar zal dus een enorme uitdaging liggen. Nergens zien we daar duidelijk perspectief in dit plan. We weten dat oefeningen in het verleden op vlak van externe mobiliteit niet echt grote succesverhalen waren en de ambitie in dit plan spreekt over een zwak engagementsverbintenis: ‘maximaal inzetten op het versterken van kansen na de loopbaan beperkte duur.’
Mensen zullen tenslotte ook maar intekenen voor een job bij defensie als defensie daadwerkelijk iets te bieden heeft. We zoeken nog wat naar dat aanbod.
Implementatieplannen en next steps
De visie en het perspectief zijn duidelijk , zegt de tekst. Het werk kan beginnen, zegt de tekst.
Vandaag heeft de regering in daden getoond dat ze Defensie erkentelijk is en belangrijk vindt, zegt de flash.
Ook wij zullen met dit alles in het achterhoofd de komende dagen de tijd nemen om de tekst met veel kritische zin te lezen, we zullen toelichting vragen en betrokkenheid eisen, zodat we onze verwachte en essentiële rol ten volle kunnen spelen.
Rest ons enkel nog te wachten op de implementatieplannen, andere ‘next steps’ en aangekondigde projecten. Zodat we daad-werkelijk kunnen beginnen. Binnen vier maanden zou alvast de volgende babushka tevoorschijn worden getoverd. Maar tijd blijkt dan ook weer een rekbaar begrip.
Download de "pdf" versie van deze nieuwsbrief