6 juni 2013
Netwerk defensie in onze Europese koepel.
Het is al sinds enige tijd, met vallen en opstaan, dat we trachten een werkgroep defensie onder Europese noemer uit de grond te stampen.
Noodzakelijk?
Ja, Er zijn immers toch heel wat herkenbare situaties over de Europese grenzen heen, met een specifiek militair karakter die op syndicaal vlak nog heel wat ontginningswerk vergen, met in de eerste plaats de sociale dialoog zelf.
Maar alles behalve evident!
Want de specificiteit van, of zelfs defensie op zich in syndicaal daglicht, rijmt nog niet echt in vele geesten.
Door het koppelen van twee op zich los van elkaar staande onlangs gelanceerde projecten hebben we kunnen zorgen voor een stroomversnelling:
Enerzijds werd sinds eind 2010 voor de centrale overheid het Europese sociale overleg platform doorgedrukt en werkten ze in dit paritaire comité een werkplan voor twee jaar uit. Hierin vinden we een kader voor defensie, waarbij ook nog plaats is voor de specificiteit van defensie.
Anderzijds ontstond in het najaar van 2012 ook debat in de Belgische kamer commissie van defensie rond het samenwerkingsakkoorden BENELUX, waarvan het kader werd ondertekend door de minister van defensie in het voorjaar van 2012.
En er was dan ook al wat voorbereidend werk: Een eerste poging voor het netwerk eind 2011 gaf aanleiding tot een prematuur en rudimentair prioriteitenkader. Een eerste aftoetsen als het ware van wat een toekomstige werkrichting zou kunnen zijn. Volgende werkdomeinen werden toen vastgelegd:
- sociale dialoog binnen defensie
- welzijn
- herstructureringen en internationale samenwerking
- privatisering van taken
- interferenties van taken onder veiligheidsdiensten
Deze eerder vastgelegde prioriteiten, tesamen met de koppeling van de eerder vernoemde projecten, vormden een mooi kader voor de invulling van de bijeenkomst van 16 mei jl. van het netwerk defensie binnen EPSU, dat ondertussen ook bevestiging van noodzaak van bestaan kreeg.
De drie Belgische interprofessionele organisaties namen het voortouw om vorm en inhoud te geven aan deze tweede bijeenkomst. En ditmaal, met het kader in het achterhoofd, hebben we ons echt geconcentreerd op de inhoud: zaken die ons allen beroeren binnen defensie, ongeacht de nationale grenzen.
Onder voorzitterschap van de het Europese paritaire comité centrale overheden, startte de vergadering met de thema's sociale dialoog en welzijn. Thema's die in sommige landen al goed zijn ingebed, maar waarbij in sommige landen nog heel wat werk voor de boeg ligt. Daarom werden sommige als het ware good practice enkele toegelicht. Zo hebben we van Denemarken kunnen leren dat inspraak in elementen van management ook mogelijk en belangrijk is in het kader van sociale dialoog en ten goede komt van de organisatie, hebben we uitgelegd hoe het welzijnsoverleg binnen de Belgische defensie is gestructureerd, en konden we van Oostenrijk vernemen dat er voor het overleg voor defensie in Oostenrijk geen uitzonderingen worden gemaakt.
De benadering via good practice geeft niet alleen aanleiding tot een interessant debat, maar geeft tevens de mogelijkheid om van elkaar te leren en te inventariseren om een zicht te krijgen op de evolutie hieromtrent in de Europese landen. Uiteraard zeer interessant voor landen zoals Slovenië.
Een tweede brok van de agenda werd in beslag genomen door een bijzonder interessante toelichting van de Belgische generaal Andries , officier op de dienst strategie binnen defensie en coördinator voor defensie omtrent de samenwerking BENELUX. De ideaal geplaatste persoon dus in het juiste forum. Ook voor de Belgische delegatie was dit vers van de pers.
Bron VSOA/SLFP - SMITS Marc
De toelichting van de generaal leert ons vooral hoe concreet de samenwerking kan zijn of al is, en het gaat hoe dan ook steeds om personeel. Hoog tijd dus om te werken aan een sociale dialoog die aangepast is aan die nieuwe realiteit. Misschien kunnen we hier met België in pionieren? We gaven onze boodschap over het belang van de sociale dialoog in deze context alvast mee.
Als inhoudelijke afsluiter de eerder verontrustende woorden van onze collega en syndicaal vertegenwoordiger van het personeel dat in defensie binnen het Verenigd Koninkrijk werkt. Hij gaf ons immers een zicht op het moedige syndicale titanenwerk dat vandaag wordt geleverd in de strijd tegen privatisering en hoe ze zich telkens opnieuw moeten wapenen tegen nieuwe initiatieven. Zijn woorden zijn nog maar net goed doorgedrongen en we lezen enkele weken verder over het Belgische initiatief rond de mogelijke privatisering van de wacht.
Hoogtijd dus om met deze werkgroep conclusies te formuleren met de ambitie toch enkele objectieven te bereiken. Een concluderende ruime en vruchtbare discussieronde op het einde van de dag zorgt alvast voor een eerste draft met de ambities van de werkgroep. Het definitieve karakter van deze ambities van de werkgroep moet klaar zijn tegen oktober dit jaar zodat ze binnen EPSU de nodige draagkracht kunnen krijgen.
De krachtlijnen van deze nota zullen alvast liggen in :
- het werken onder de koepel van het bestaande paritaire comité centrale overheden
- blijven ijveren voor volwaardige sociale dialoog en toepassing van welzijnsregels, ook in defensie en dit over gans Europa, door middel van het uitwisselen van good practice.
- verzamelen van informatie en uitwisselen van ervaringen met het oog op syndicaal participeren in het kader van hervormingen en samenwerkingsakkoorden en verzet tegen eenvoudigweg privatiseren
Op die manier geeft de werkgroep een krachtig en duidelijk signaal: we willen ijveren voor het personeel van defensie, ook binnen de Europe Federatie voor Openbare Diensten (EPSU) en een volwaardige en relevante rol spelen in de Europese sociale dialoog.
Bron VSOA/SLFP - SMITS Marc
Download de "pdf" versie van deze nieuwsbrief