7 mei 2021
ACV Defensie bereikt akkoord over kb weddeherziening
ACV Defensie geeft "akkoord" op kb weddeherziening
Vandaag, vrijdag 7 mei 2021 geeft ACV Defensie, ondanks het nog bestaan van belangrijke knelpunten, zijn akkoord op de weddeherziening uit het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 2003.
Voorbeschouwing
Evenzeer zoals de dag van vandaag was in 2003 een weddeherziening onontbeerlijk om de moreel van de militairen te consolideren en de attractiviteit van het beroep van militair te verbeteren. Door het gebrek aan competitiviteit op de arbeidsmarkt van het beroep van militair met sectoren die op geldelijk vlak aantrekkelijker zijn, wordt de werving van jonge militairen en alzo de operationaliteit in gevaar gebracht.
Zoals steeds was er ook in 2003 een gebrek aan middelen om de wedde van de militairen af te lijnen op deze van de concurrentie. Vandaar dat het koninklijk besluit van 18 maart 2003 vermeldt dat: “op termijn, een marktconforme verloning voor de militairen moet bewerkstelligd worden”.
18 jaar later, na veel lobbywerk en uitbrengen van verschillende brochures die de discrepantie aantonen van de militaire verloning ten opzichte van zijn rechtstreekse concurrenten uit de beveiligingssector, werden uiteindelijk weddeonderhandelingen opgestart. In het akkoord dat de vakorganisaties sloten met de CHOD op 10 juni 2020 wordt aangehaald dat een concurrentiële wedde tegenover deze van een openbare werkgever zoals de politie essentieel is. In deze weddeonderhandeling stond dan ook centraal de aflijning van de militaire wedde op deze van de politie. Een externe onafhankelijke partner werd erbij gehaald om de vergelijkbare categorieën tussen de militairen en het politiepersoneel van het operationeel korps te bepalen en kwam tot volgende vaststellingen.
- De categorie van de vrijwilliger bij Defensie dient hoger ingeschaald te worden dan de bewakingsagent van politie.
- De categorie van de lager onderofficier is vergelijkbaar met de categorie van basiskader bij politie, zijnde de inspecteur.
- De categorie van de keuronderofficier en de categorie van de hoofdonderofficier zijn beide vergelijkbaar met de categorie van het middenkader bij politie, zijnde de hoofdinspecteur. De hoofdonderofficier wordt zelfs hoger ingeschaald dan de hoofdinspecteur.
- De categorie van de lager officier kan nog juist vergeleken worden met het officierskader van de politie die hoger wordt ingeschaald.
- Voor de hoofdofficieren werd geen vergelijkbare categorie bepaald vanwege het ontbreken van bruikbare gegevens van de hoofdcommissaris van politie.
ACV Defensie ging met bovenstaande elementen aan de slag en ontwikkelde zelf nieuwe weddetabellen die we aan de overheid voorlegden. Onze voorstellen werden keer op keer vergeleken met de ontwerpen van weddetabellen van de overheid. Gedurende verschillende vergaderingen en aanpassingen aan de voorstellen langs de kant van de overheid en de kant van ACV Defensie, groeiden deze ontwerpen van nieuwe weddetabellen naar elkaar toe. Vandaag ligt het laatste voorstel van de Defensiestaf op tafel. Waaraan mag men zich verwachten? (zie ook kort voorstelling op youtube)
Weddeherziening - de wijzigingen
Zoals eveneens afgesproken met de minister van Defensie, Ludivine Dedonder, bevat het voorstel een implementatieritme in drie stappen. Een eerste aanpassing wordt doorgevoerd op 1 januari 2022, de tweede aanpassing op 1 januari 2023 en de totaliteit van de weddeherziening wordt geïmplementeerd op 1 januari 2024.
1 januari 2022 - eerste deel van de implementatie
Op 1 januari 2022 worden de bestaande weddetabellen vervangen door een reeks nieuwe weddetabellen die een eerste gedeeltelijke weddeverhoging met zich meebrengen en geldig blijven tot 31 december 2023. De meesterschapstoelage en de commandotoelage houden op te bestaan en worden integraal geïntegreerd in deze eerste reeks van nieuwe weddetabellen. Aangezien dat de meesterschapstoelage die toegekend wordt aan de eerste korporaal chef slecht 1 maal per jaar wordt toegekend op basis van de diensten volbracht in een referentieperiode die loopt van 1 augustus X-1 tot 31 juli X, zal in januari 2022 het restant voor de periode van 1 augustus 2021 tot 31 december 2021 worden uitbetaald aan de eerste korporaal chef.
Op vraag van ACV Defensie worden de nieuwe weddetabellen opgebouwd aan de hand van jaarlijkse tussentijdse verhogingen zodat de militair elk jaar zijn wedde ziet verhogen op basis van zijn weddeanciënniteit. Dit komt ten goede aan de motivatie. Hierdoor verdwijnen de twee-, drie- en vierjaarlijkse opslagen die in het huidige koninklijk besluit staan.
1 januari 2023 - tweede deel van de implementatie
Een ander knelpunt dat ACV Defensie voorlegde waren de beginleeftijdsvoorwaarden waarbij de geldelijke anciënniteit werden opgebouwd. De vrijwilliger startte met de opbouw van zijn geldelijke anciënniteit vanaf de leeftijd van 18 jaar of vanaf zijn indienstneming indien die later valt. Voor de onderofficier van het niveau C startte de opbouw van geldelijke anciënniteit ten vroegste op de leeftijd van 20 jaar. Voor de onderofficier van het niveau B en de officier van het niveau B start de opbouw van de geldelijke anciënniteit ten vroegste op de leeftijd van 23 jaar en voor de officieren van het niveau A is de start van de geldelijke anciënniteit ten vroegste vanaf de leeftijd van 24 jaar. Daarnaast werd voor de militair van de sociale promotie van onderofficier naar officier slechts een gedeelte (2/3) van zijn geldelijke anciënniteit vanaf de leeftijdsgrens van het officierskader tot zijn aanstelling als Olt in aanmerking genomen.
ACV Defensie stelde voor om de geldelijke anciënniteit voor iedereen vanaf de leeftijd van 18 jaar te laten meetellen en het verlies aan anciënniteit bij sociale promotie af te schaffen. De overheid kwam hieraan tegemoet en de nieuwe regeling zal ingevoerd worden vanaf 1 januari 2023.
Nieuwe regeling pecuniaire anciënniteit:
Algemene regeling: de geldelijke anciënniteit start voor alle categorieën van militairen vanaf de leeftijd van 18 jaar of vanaf de datum indiensttreding indien deze later ligt.
Tijdens de periode van schoolvorming en de periode van vormingscyclus die al dan niet leiden tot het behalen van de bachelor, de master, het brevet van piloot, het hoger brevet van piloot of het brevet van luchtverkeersleider wordt geen geldelijke anciënniteit opgebouwd. Opmerking: tijdens de voortgezette opleiding wordt wel weddeanciënniteit opgebouwd. Hier worden eveneens gunstige overgangsmaatregelen voorzien zodanig dat niemand pecuniaire anciënniteit verliest.
De onderofficier die sociale promotie doet naar het kader van de officieren verliest niet langer geldelijke anciënniteit.
Door de inschaling in de weddetabellen op basis van deze nieuwe regeling vanaf 1 januari 2023 zal bijvoorbeeld elke onderofficier van het niveau C die op 18 jarige leeftijd bij Defensie is begonnen, twee jaar pecuniaire anciënniteit bijkrijgen en dus een hogere wedde ontvangen.
1 januari 2024 - volledige implementatie
Op 1 januari 2024 vervallen de weddetabellen die ingevoegd werden met het eerste deel van de implementatie en worden vervangen door een tweede en definitieve reeks nieuwe weddetabellen.
De herziening van de wedde wordt hiermee afgerond.
Marktconformiteit ?
ACV Defensie hecht veel belang aan de effectieve realisatie van dit koninklijk besluit over de weddeherziening van de militairen omdat dit een eerste serieuze aanzet is naar marktconformiteit.
Toch moeten we opnieuw vaststellen dat om budgettaire redenen geen 100% marktconformiteit ten opzichte van de politie werd bereikt. Het gebrek aan middelen om een correcte aflijning te bekomen, heeft vooral een impact op de eindwedde van de adjudant en de adjudant chef. Daarenboven constateren we dat de grote positieve loonmassa die een kolonel opbouwt niet coherent is met de grote negatieve loonmassa die de keur- en hoofdonderofficier opbouwt in vergelijking met de respectievelijke vergelijkbare categorieën bij de politie.
ACV Defensie heeft eveneens zijn bezwaren geuit over de niet correcte aflijning van de verschillende categorieën van officieren. Zo worden de lager officieren van het niveau B afgelijnd op het middenkader (is niet het officierenkader) van politie met het bedrag van de commandotoelage als verhoging van deze wedde. Dit staat in schril contrast met de aflijning van de lager officieren van het niveau A die voor 100% afgelijnd werden op het officierenkader van de politie (commissaris). De overheid creëert hierdoor op het einde van de loopbaan een verschil van meer dan 7.500 € jaarwedde tussen de kapitein-commandant van het niveau A ten opzichte van deze van het niveau B. En dat terwijl beide kapitein-commandanten dezelfde functie uitvoeren en dezelfde verantwoordelijkheden dragen. Hierdoor ontstaat een vorm van discriminatie door geen gelijk loon toe te kennen voor gelijk werk.
Gevolgtrekking
Deze gedeeltelijke aflijning op de politie is een momentopname en moet in de toekomst verder uitgewerkt en opgevolgd worden. Een effectieve en permanente marktconforme verloning voor militairen dient in de toekomst gegarandeerd te worden. Dit kan enkel bekomen worden door op zeer periodieke wijze loononderhandelingen te voeren.
Voor wat betreft het huidige ontwerp betreurt ACV Defensie het gebrek aan coherentie en innovatie vanwege de militaire overheid.
Dit ontwerp moet nu, na het afsluiten van de onderhandeling, door de administratieve en politieke molen. ACV Defensie hoopt dat dit ontwerp zo snel mogelijk een gunstig politiek resultaat kent.
De realisatie van dit ontwerp is voor ACV Defensie een absolute noodzaak voor de attractiviteit van het beroep van militair alsook voor de werving van jonge militairen een de retentie.
Download de "pdf" versie van deze nieuwsbrief