10 mei 2017

 

Onderhandeling wijziging vergoedingsstelsel buitenland.

Het vergoedingsstelsel toepasselijk op militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland vindt u terug in de militaire bezoldigingsinstructie deel V (BIP-V-023). Dit ministerieel besluit dateert van 3 februari 1975 en geeft uitvoering aan het koninklijk besluit van 15 januari 1962.

Deze vrij oude wetgeving was aan modernisering toe. De militaire overheid dacht er ook zo over en herwerkte het ministerieel besluit dat de toekenning van maaltijdvergoeding bij tijdelijke zendingen in het buitenland regelde.

Waarom maaltijdvergoeding buitenland aanpakken?

De forfaitaire maaltijdvergoeding bij tijdelijke zendingen in het buitenland werd berekend op basis van tabellen uit de bezoldigingsinstructie V-023. Tabel 1.a. geeft per land de forfaitaire bedragen weer van de hoofdmaaltijden (middag- en avondmaal), Tabel 6.a. geeft per land de bedragen weer van forfaitaire vergoeding voor kleine uitgaven en tabel 6.b. geeft de forfaitaire vergoeding weer voor het ontbijt en de nachtmaaltijd.

En hierbij stelde zich al een eerste probleem! Je vindt niet alle landen terug in de bezoldigingsinstructie. Om dit op te vangen had de overheid ook vergoedingsbedragen bepaald per contingent. (EUROPA andere landen, AMERICA andere landen, AFRICA …). Dit bracht dan natuurlijk met zich mee dat deze bedragen veelal niet correspondeerden met de reële kostprijs van een maaltijd in deze landen. En daarenboven was het zeer moeilijk om al deze bedragen actueel te houden.

Verder werden deze vergoedingsbedragen toegekend per categorie. Daaruit volgt dat een vrijwilliger minder krijgt voor zijn genuttigde maaltijd dan een onderofficier die dan op zijn beurt eveneens minder krijgt dan een lager officier, enz … . Dit betekent dat verschillende categorieën van militairen tijdens een tijdelijke zending in het buitenland, wel aan dezelfde tafel een maaltijd kunnen nuttigen, maar dat ze wel een verschillende compensatie hiervoor ontvangen.

Zoals je al merkt, was de noodzaak groot om het systeem grondig aan te pakken.

Administratieve vereenvoudiging - geen modernisering!

Administratieve vereenvoudiging.

Om de toekenning van maaltijdvergoedingen buitenland te vereenvoudigen en gemakkelijker te beheren heeft de militaire overheid zijn zinnen gezet op het systeem dat het ministerie van Buitenlandse Zaken hanteert.

Dit systeem biedt verschillende voordelen:

  • Jaarlijkse actualisatie
    Eén maal per jaar brengt Buitenlandse Zaken een Ministerieel Besluit uit, waarbij voor alle landen een dagbedrag voor de maaltijdvergoeding wordt vastgelegd ongeacht de graad of het niveau. 
  • Administratieve vereenvoudiging voor Defensie
  • Transparant en eenduidig beheer, coherent met Buitenlandse Zaken.

Militairen opnieuw beschouwd als tweederangsburgers!

Maar de aap komt uit de mouw!

De aflijning van het vergoedingssysteem Defensie op het vergoedingssysteem Buitenlandse Zaken mag geen al te grote impact hebben op het budget en moet gespreid worden in tijd. Vandaar ook dat de militaire overheid in 2017 de vergoedingsbedragen wil beperken tot 65% van het dagbedrag van het ministerieel besluit van Buitenlandse Zaken. In 2018 zou dit dan stijgen tot 70% om vanaf 2019 in regime 75% te bedragen.

Defensie geeft verschillende redenen aan waarom de vergoeding in regime beperkt blijft tot 75% van het dagbedrag van Buitenlandse Zaken:

  • Het personeel van Buitenlandse Zaken verblijft in hoofdsteden en in hotel met meer veiligheidsnormen, daar waar de militair meestal in militair milieu verblijft buiten de hoofdsteden.
  • Het personeel van Buitenlandse Zaken heeft meestal andere verplichtingen terwijl de militair meestal vrij kiezen waar ze gaan eten.
  • Diplomaten moeten uit gaan eten terwijl militairen meestal genieten van maaltijden aan democratische prijzen in militair milieu.
  • 100% is budgettair niet haalbaar.

ACV Defensie vindt deze argumentatie vergezocht en niet correct.

ACV Defensie kan niet akkoord gaan met dit voorstel. Militairen zijn GEEN tweederangsburgers en verdienen een marktconforme vergoeding zoals toegekend wordt aan andere overheidsdiensten. Vandaar dat we steeds bepleit hebben om op termijn de 100% toe te kennen. Doch had de overheid hier geen oren naar.

Dit dagbedrag (75% vanaf 2019) wordt verdeeld over de verschillende maaltijden:

  • Een middagmaal wordt vergoed aan 35% van dit dagbedrag.
  • Een avondmaal wordt vergoed aan 35% van dit dagbedrag.
  • Het ontbijt wordt vergoed aan 15% van dit dagbedrag.
  • De kleine kosten worden vergoed aan 15% van dit dagbedrag.

Klasseverschil wordt NIET aangepakt!

Maar eveneens weigert de overheid het vergoedingssysteem te uniformiseren. De overheid vindt de differentiatie per personeelscategorie gerechtvaardigd gelet op de wijze waarop activiteiten in internationaal milieu worden georganiseerd. Ze duidt op een verschil in verantwoordelijkheden, taken en een beperking in vrijheid tijdens de zending. Daarbovenop geeft ze aan dat indien er extra kosten zijn (zoals telefoonkosten), die betaald worden door de hoogste in graad.

Laten we toegeven, mooi geprobeerd van de overheid, maar ook deze motivatie is zwak en niet correct.

Lagere categorieën opnieuw de dupe!

Door het niet uniformiseren van de maaltijdvergoeding ontvangen de opperofficieren de volledige maaltijdvergoeding (75% van BuZa na 2018), moeten de hoofdofficieren het met 5% minder maaltijdvergoeding stellen dan de opperofficieren, krijgen de lager officieren 10% minder maaltijdvergoeding dan de opperofficieren, ontvangen de onderofficieren 15% minder maaltijdvergoeding dan de opperofficieren en moeten de vrijwilligers het ten slotte met 20% minder maaltijdvergoeding dan de opperofficieren stellen.

In regime (75% na 2018) betekend dit dat:

  • Opperofficier : 75% van de vergoedingsbedragen BuZa
  • Hoofdofficier : 71,25% van de vergoedingsbedragen BuZa (75% - 5%)
  • Lager Officier : 67,5% van de vergoedingsbedragen BuZa (75% - 10%)
  • OnderOfficier : 63,75% van de vergoedingsbedragen BuZa (75% - 15%)
  • Vrijwilliger : 60% van de vergoedingsbedragen BuZa (75% - 20%)

Zoals u ziet in de tabel hierboven zou een vrijwilliger (in regime) slechts 60% van de maaltijdvergoeding ontvangen zoals die voorzien is in het ministerieel besluit van Buitenlandse Zaken. Hierdoor is het risico zeer groot dat betrokkene zelf zal moeten bijleggen om een maaltijd te kunnen nuttigen of genoodzaakt wordt een minderwaardige maaltijd te nuttigen.

Nochtans bestond de mogelijkheid, indien men opteerde voor het uniformiseren van de vergoeding, om binnen het voorziene budget aan alle personeelsleden 64% toe te kennen.

Besluit.

Het voorliggend ontwerp is helemaal geen modern en eerlijk vergoedingssysteem. De wijzigingen zorgen noch voor marktconformiteit, noch voor een gelijkheid in toegekende vergoedingen.

Om die redenen gaat ACV Defensie NIET AKKOORD met de voorgestelde ontwerpteksten. 

 


Download de "pdf" versie van deze nieuwsbrief