11 februari 2015

 

De toekomst van Defensie.

Onbekend is onbemind


Al sinds 1992 is Defensie aan het transformeren. De afschaffing van de dienstplicht, de val van het ijzeren gordijn, de veranderende dreigingssituaties, … liggen aan de grondslag van deze transformaties. En steeds opnieuw is het personeel de dupe van deze reorganisaties. De laatste jaren beschouwt men zelfs “mobiliteit van de militair” als een aan de job gerelateerd begrip. Daarenboven verwacht men van diezelfde militair een hoge graad van motivatie en steeds meer en meer flexibiliteit en beschikbaarheid. Dit alles zonder enige compensatie.

Maar ook de aanvallen op het Defensiebudget wegen zwaar op de werking van Defensie. De huidige regering erkent dat het defensiebudget grote inspanningen heeft geleverd in de sanering van de overheidsfinanciën en verklaart dat zij aan het leger terug de middelen gaat geven om haar taak naar behoren te vervullen. Toch moeten wij vaststellen dat ze dezelfde weg van de vorige regering inslaan door in de volgende vijf jaar ongeveer duizend zeshonderd miljoen te knippen in het Defensiebudget.

Ondanks het ontbreken van de nodige middelen, vindt de huidige regering het absoluut noodzakelijk te beschikken over een moderne en geloofwaardige Defensie om haar buitenland- en veiligheidsbeleid uit te voeren. Internationaal verwacht men dat Defensie zich opstelt als een solidaire en geloofwaardige partner binnen NAVO, EU en VN.

De bevolking ligt echter niet meer wakker van het al dan niet bestaan van een Defensie. Onze huidige maatschappij heeft het gevoel gekregen dat veiligheid een verworven en onaantastbaar recht geworden is. De aanslagen van de laatste maanden wijzen er nochtans op dat veiligheid een precair gegeven is waar dagdagelijks moet aan gewerkt worden.

Behalve in Defensie zijn er maar weinig personen die zich de vraag stellen of dit alles nog wel haalbaar is met het huidige budget. De huidige toegekende middelen bieden Defensie in zijn huidige structuren en met zijn huidige getalsterkte geen overlevingskans. Vandaar dat er dringend moet bestudeerd worden welke Defensie men in de toekomst wil hebben en welk ambitieniveau daarmee kan behaald worden. Hoe ziet een nieuwe Defensie eruit en hoe passen we de huidige structuur in de nieuwe.

Om de toekomst van Defensie uit te tekenen is het noodzakelijk het “overheidsbedrijf” Defensie, zijn werking en zijn personeel goed te kennen. Hierbij komen heel wat vragen naar boven: Kan Defensie functioneren zoals een commercieel bedrijf? Hoe is Defensie gestructureerd? Wat zijn de kerntaken van Defensie? Kan een werknemer bij Defensie vergeleken worden met een arbeider in een ander bedrijf? Hoe specifiek is Defensie? Hoe doeltreffend en efficiënt werkt Defensie? Aan welk ambitieniveau moet onze Defensie voldoen? … enz.

In deze uiteenzetting trachten we u een beter beeld te geven wat “Defensie” betekent en wijzen we op de verantwoordelijkheid van de regering om Defensie leefbaar te houden.

Maar eveneens willen we veel aandacht besteden aan het profiel van die militairen die voor eenieders veiligheid zorgen. De militair die permanent ten dienste staat van de bevolking en de regering verdient vanwege zijn motivatie, moedige inzet, loyaliteit het nodige respect te krijgen van de overheid.

 

Defensie is geen fabriek


Als we defensie willen vergelijken met een onderneming stellen we toch heel wat verschillen vast. In een commercieel bedrijf werken kleine ploegen met beperkt materieel met als doel een maximale winst te creëren. De dienstverlening is hier ondergeschikt aan de winstmaximalisatie. Defensie heeft als enige klant: “de staat” vertegenwoordigd door de regering die als taak heeft zijn burgers te beschermen. Hiervoor beschikt Defensie over een capacitaire opbouw gericht op mogelijke opdrachten. Het opbouwen van nieuwe capaciteiten neemt jaren in beslag. Bij onvoldoende capaciteit kan Defensie niet meer ingezet worden tenzij men strategische of grote operationele risico’s wenst te lopen. Van winstmaximalisatie wordt hier niet gesproken.

Defensie kunnen we wel beschouwen als een overheidsbedrijf, maar dan wel één met heel specifieke kenmerken. In de organisatie van mensen en middelen hebben we enerzijds competenties en anderzijds structuren. Defensie beschikt over gezamenlijke competenties en specifieke competenties voor personen of groepen. Een uniek gegeven is dat vele competenties enkel kunnen worden opgebouwd binnen Defensie. Ook wat betreft structuren beschikt Defensie over een uniek gegeven. Deze structuren bestaan uit hiërarchische lagen waarbij de opdrachten worden gegeven vanuit de verschillende beslissingsniveaus.

Defensie is eveneens een dienstverlenend overheidsbedrijf dat in opdracht van onze enige klant, de regering, bepaalde operaties dient uit te voeren. De regering draagt hierdoor de verantwoordelijkheid om de juiste capaciteitenset te laten paraatstellen.

Maar het productieproces van Defensie verschilt grondig van dat van andere overheidsbedrijven. Het is een onzeker productieproces. Een onderdeel van het militair beroep is de blootstelling aan enorme risico’s, zelfs levensbedreigende. Tijdens operationele inzet in het buitenland, waar ook ter wereld, ondervinden de militairen extra onzekerheid en risico’s, te wijten aan een hoog geweldniveau. Het kunnen omgaan met en aanvaarden van deze risico’s is elementair voor de militair, doch dit risiconiveau mag niet te wijten zijn aan een tekort aan middelen ten opzichte van de omvang van de opdracht en ten aanzien van de veiligheid van de militair of aan een gebrek aan informatie.

Defensie is een overheidsdienst, maar wel één met specifieke eigenschappen. De militair staat ten dienste van de burger maar heeft er geen rechtstreekse relatie mee. Defensie werkt voor het hoger nationaal belang, waardoor het moeilijkheden ondervindt om middelen te verkrijgen. Defensie vervult niet op permanente basis opdrachten maar moet er wel voor zorgen dat het op permanente basis paraat staat om de opdrachten opgelegd door de regering binnen het legale kader uit te voeren. De snelheid in besluitvorming en de snelheid in uitvoering van de aan de militair opgelegde operationele inzet noodzaken een permanent paraat leger. Eveneens dient het personeel de aard en de risico’s verbonden aan de uit te voeren opdrachten te aanvaarden. Een goede groepscohesie, het vertrouwen op de buddy en de groep zijn hierin superbelangrijk.

Een militaire capaciteit wordt opgebouwd met materieel(middelen) en mensen. Goed opgeleide, gemotiveerde en goed geleide militairen zijn hierin essentieel. Oorlogsvoering en marketing verschillen namelijk fundamenteel. Een bedrijf kan uit de markt stappen bij verliezen. Militairen daarentegen worden ingezet als andere middelen falen. Zij hebben niet de optie om uit te stappen of de opdracht niet uit te voeren. Militairen moeten een goede afloop afdwingen en krijgen hiervoor toestemming om geweld te gebruiken. Zij hebben de verplichting om snel en op een aangepaste wijze te winnen, ongeacht de kostprijs. Effectiviteit dient te worden gegarandeerd en gaat voor op efficiëntie. Leiderschap is hierbij een belangrijke competentie om opdrachten te laten slagen.

De toekomstige Defensie kleiner en performanter? Misschien. Maar vooral welke opportuniteiten en uitdagingen willen we in de toekomst nog aankunnen en welke middelen zijn daarvoor nodig.

 

Militair zijn, een beroep zoals geen ander


Een militair bezit een unieke expertise die hij bekomt door theoretische en praktische vormingen en uit ervaring. Om professioneel competent te blijven zijn continue vormingen, ontwikkelingen en bijscholingen onontbeerlijk. Daarenboven moet de militair op de hoogte blijven van vroegere technieken en ontwikkelingen. Op elke plaats en op elk tijdstip moet de militair beschikken over deze unieke technische expertise.

Defensie beschikt over een uitgebreid gamma aan verschillende functies. Verschillende van deze functies vindt u eveneens terug in de maatschappij, zoals mecaniciens, magazijniers, piloten, chauffeurs, verplegers, … . Andere functies zijn specifiek defensie gebonden zoals kanonnier pantservoertuig, piloot gevechtsvliegtuig, wapentechnicus marine, … .

Daarenboven kan een militair op een legitieme en georganiseerde manier gebruik maken van geweld. Iedere militair moet hiervoor een bepaalde graad van bekwaamheid hebben en in staat zijn en bereid zijn geweld te gebruiken. Maar eveneens moet de militair lichamelijk en geestelijk bestand zijn om geweld te ondergaan.

De militair draagt een specifieke verantwoordelijkheid ten opzichte van de samenleving en van de krijgsmacht. Hij verbindt zich er namelijk toe om telkens men hem vraagt essentiële diensten aan de samenleving te bieden. Deze essentiële diensten bestaan erin om de territoriale integriteit van ons nationaal grondgebied en dit van onze bondgenoten te waarborgen, alsook de bevolking te beschermen en ’s lands belangen te behartigen. Om het even waar, op gelijk welk ogenblik en met gevaar voor eigen leven voert hij getrouw deze diensten uit.

De militaire functies, de manier van werken en de bijhorende risico’s zijn elementen van een eigen (organisatie)cultuur. De korpsgeest, de waarden, opvattingen, formele en informele gedragsregels, alsook de tradities creëren een grote samenhorigheid en beroepsgehechtheid.

Maatschappelijk bezit de militair minder rechten dan een andere burger van dit land. De militair kan zich slechts beperkt kiesbaar stellen. En stakingsrecht, in alle omstandigheden, wordt hem al helemaal ontnomen.

Een militair kenmerkt zich als een professioneel integer persoon die zowel karakterieel als fysiek sterk staat. Hij moet relevante feiten goed kunnen beoordelen. Tevens moet hij goed kunnen omgaan met emoties en met morele dilemma’s. Door zijn grote bekwaamheid voert hij in alle omstandigheden zijn taak doeltreffend uit.

 

Opdrachten van Defensie


Door het verdwijnen van de Koude oorlog is de directe band tussen Defensie en de verdediging van het Nationaal grondgebied verdwenen. De opschorting van de legerdienst heeft er mede toe geleid dat de publieke opinie vrij onverschillig staat tegenover een leger.

Nochtans zijn er nieuwe grensoverschrijdende, dikwijls zelfs staatloze, dreigingen komen opzetten zoals “internationaal terrorisme”, “asymmetrische conflicten”, "humanitaire crisissituaties”, “internationaal georganiseerde misdaad”, “gerichte cyber-aanvallen” en een toename van spionage. Om de veiligheid in België te verzekeren dienen deze problemen in het land van herkomst, aan de bron te worden aangepakt. Door onze expeditionaire inzet tracht België bij te dragen aan de bevordering van de internationale rechtsorde.

Deze vorm van operationele inzet is veel complexer geworden dan de vroegere verdediging van de natie. Vooreerst is het niet altijd gemakkelijk het onderscheid te maken tussen gewone burgers en tegenstanders. Bij een succesvolle missie is zowel de veiligheid van de eigen troepen belangrijk als het vermijden van onschuldige slachtoffers.

Maar ook onze tegenstanders mogen we niet onderschatten. Behalve de klassieke vuurkracht maakt onze tegenstander gebruik van de modernste technologieën en communicatiemiddelen. Ook zelfmoordaanslagen en criminele activiteiten zijn hun niet vreemd. Eveneens voeren ze propaganda, organiseren ze protesten en betogingen, trachten ze de burgerbevolking te mobiliseren of gebruiken ze zelfs geweld tegen deze burgerbevolking. Zelfs het opzetten van parallelle administraties met sociale voorzieningen, medische hulp of het verschaffen van werk en onderwijs behoren tot de mogelijkheden.

De huidige financiële middelen zorgen ervoor dat Defensie op redelijk korte termijn veel competenties zal verliezen omdat de instroom niet in verhouding staat tot de uitstroom. Het huidig takenpakket van Defensie bestaat uit:

  • De collectieve verdediging (Art V van het verdrag van Brussel (EU) en Art V van het verdrag van Washington (NAVO))
  • De reactie op crisissen die niet onder de collectieve verdediging vallen
  • De defensiediplomatie 
  • De repatriëring van staatsburgers
  • De deelname aan de strijd tegen terrorisme
  • Drugsbestrijding
  • Anti-piraterij
  • Deelnemen aan vredesondersteunende opdrachten van de Verenigde Naties
  • Verdedigen van het nationaal grondgebied
  • Internationale mijnenbestrijding
  • Bestrijding van criminaliteit en terrorisme
  • Bijdragen aan een beter milieu
  • Hulp aan de natie
  • Humanitaire hulp

Een verdere vermindering van middelen (financieel en personeel) hypothekeren de goede en veilige uitvoering van deze opdrachten. Vele van deze opdrachten worden uitgevoerd buiten de landsgrenzen.

Het regeerakkoord voorziet in een uitbreiding van de bevoegdheden van de militaire politie om te kunnen optreden bij verkeersinbreuken. ACV Openbare Diensten is voorstander van deze uitbreiding, echter zonder dat de militaire politie wordt ingeschakeld ter vervanging van de reguliere politiediensten.

Het nieuwe statuut beperkte duur (BDL) waar jongeren gedurende acht jaar bij Defensie kunnen dienen om daarna een nieuwe wending aan hun loopbaan te geven noodzaakt een goede uitbouw van de externe mobiliteit. Zonder toekomstperspectieven op een nieuwe loopbaan heeft dit statuut geen kans op slagen. ACV Openbare Diensten pleit om op permanente basis verschillende overgangen te creëren, zoals naar het veiligheidskorps, naar het operationeel kader van de politie, ….

 

Een toekomstige Defensie


De interne veiligheid wordt multinationaal (NAVO en EU) aangepakt door het voeren van externe acties. Om deze acties uit te voeren heeft België een strategische capaciteit nodig om op een snelle wijze te kunnen deelnemen aan crisissituaties. Hiervoor moet onze defensie gedurende langere tijd in het buitenland kunnen ontplooien.

Om Defensie opnieuw uit te tekenen zal er moeten worden rekening gehouden met de bestaande middelen aan personeel en materieel waarover Defensie beschikt. Daarenboven zal de regering het ambitieniveau van de strijdkrachten moeten bepalen rekening houdende met de gemaakte afspraken met onze partners NAVO en EU.

De regering zal eveneens moeten bepalen of alle capaciteiten van onze strijdkrachten behouden blijven. Een tekort aan bekwaam en professioneel personeel kan ervoor zorgen dat bepaalde capaciteiten niet meer inzetbaar zijn.

Tevens zal moeten gekeken worden welk engagement België nog wenst te nemen in inzetbare capaciteiten voor de NAVO en de EU.

Het zelf niet meer beschikken over alle capaciteiten maakt ons afhankelijk van bondgenoten waarmee we afspraken moeten maken. Eveneens is voor bepaalde capaciteiten een doorgedreven samenwerking mogelijk in het kader van “Pooling and Sharing”.

Eenmaal de nieuwe structuur van Defensie bepaald is, moet onze regering ook de nodige middelen voorzien om de huidige organisatie te transformeren in deze nieuwe structuur. Hiervoor dienen financiële middelen vrijgemaakt te worden en moet er maximaal rekening worden gehouden met de noden en wensen van het personeel.

Het zijn deze essentiële keuzes die de getalsterkte, de investeringen en de werkingskosten van Defensie zullen beheersen. Het vernieuwen van, of het aankopen van nieuw materiaal kan volgens ACV Openbare Diensten pas geschieden nadat deze keuzes zijn gemaakt en vastgelegd.

Bovendien resulteren deze gemaakte keuzes in een benodigd Defensiebudget dat moet worden vastgelegd. Om in de toekomst geloofwaardig te blijven mag dit budget niet meer onderhevig zijn aan besparingen.

 

Verplichtingen van de overheid


De verplichtingen van de overheid zijn tweeledig. Enerzijds moet de staat de krijgsmacht voorzien van voldoende middelen op zowel financieel-, materieel- als personeelsvlak. Hij moet zorgen voor een goed geleide krijgsmacht door chefs die geen onverantwoorde risico’s nemen en in staat zijn om missies uit te voeren en die daarenboven voldoende sociale vaardigheden bezitten om met hun personeel op een respectvolle manier om te gaan. Maar evenzeer heeft de overheid de verplichting om het maatschappelijk draagvlak van een professionele Defensie op te bouwen zonder dat daarvoor extra taken, die niet tot het defensiepakket behoren, gecreëerd worden.

Anderzijds is er de zorgplicht ten opzichte van de individuele militair. Deze bestaat uit arbeidsvoorwaardelijke elementen in zowel professionele als sociale omstandigheden.

  • De militair heeft voor zijn onvoorwaardelijke inzet en zijn zeer grote beschikbaarheid recht op een billijke verloning, correcte toelagen en vergoedingen voor de uitvoering van risicovolle opdrachten. Bovendien moeten gemaakte kosten op een correcte manier worden terugbetaald. ACV Openbare Diensten is hierbij al lang vragende partij voor een vergoedingssysteem waarbij het risico wordt vergoed onafhankelijk van het niveau of de graad van het personeelslid. Eveneens verzoekt ACV Openbare Diensten al jaren voor een herziening van het verouderd systeem van terugbetaling van kosten bij gebruik van persoonlijk voertuig voor de dienst. De besparingen van de laatste jaren hebben vooral de individuele militair geraakt.
  • Gepaste medische zorgverlening en mentale bijstand. Hierbij zal in de toekomst vooral aandacht moeten besteed worden aan de invulling van de Medische Dienst. De problematiek van het constante gebrek aan arbeidsgeneesheren, zodanig dat de overheid zijn verplichtingen op het vlak van de welzijnswet niet meer kan nakomen is hier niet vreemd aan. Met deze gebrekkige middelen tracht de overheid creatief om te springen, maar steeds ten koste van het welzijn van het personeel.
  • Adequate steun voor de families tijdens operationele inzet
  • Correcte leefomstandigheden bij een tewerkstelling in het buitenland. Zonder afbreuk te doen aan de operationaliteit zien we hier een taak weggelegd voor de preventieadviseur en de vakorganisaties in het buitenland. Welzijn op het werk is niet enkel een binnenlands gegeven. Door de uitwisseling van gegevens van de verschillende actoren kan het commando de gepaste beslissingen nemen om in alle omstandigheden een zo hoog mogelijke welzijnsgraad te voorzien.
  • Vooruitzichten op voldoening gevende loopbaanmogelijkheden is een heel ruim begrip. Dit handelt over zowel de transparantie en het actief betrekken van de militair bij zijn loopbaanplanning zonder deze op voorhand al vast te leggen of te plannen. Als overheid rekening houden met de diversiteit en de wensen van het personeel. Niet elk personeelslid wenst zich om de 3 à 5 jaar om te scholen. Sommigen wensen zich verder te specialiseren in de huidige job. Andere militairen houden van uitdagingen en veranderingen om hun job attractief te houden. 
    ACV Openbare Diensten heeft in het kader van deze zelfexploitatie en zelfontplooiing al verschillende voorstellen ingediend bij de overheid. Deze gaan over de mogelijkheid bieden aan het personeel tot het volgen van een loopbaanbegeleiding buiten het militair midden, het voorzien van opleidingsverlof voor militairen die bijkomende competenties wensen op te bouwen buiten het departement, de valorisatie van de opgebouwde competenties, het creëren van een sociale promotie zonder leeftijdsbeperking en niet in een basisfunctie maar gebaseerd op de al opgebouwde competenties, recht op permanente vorming op initiatief van de militair, actief uitbouwen van mogelijkheden tot externe mobiliteit binnen het openbaar ambt op vrijwillige basis voor zowel de militairen in het beroepsstatuut als voor de militairen in het statuut beperkte duur. ACV Openbare Diensten vraagt eveneens een garantie op stabiliteit voor het personeel.
  • Mobiliteit, de balans tussen werk en privé en een leefbaar woon-werkverkeer worden de uitdagingen van de toekomst. Verplaatsingskosten nemen een steeds grotere hap uit het gezinsinkomen van de militair. Veelal nemen ze proporties aan die de gemotiveerde militair toch aanzet om een andere job te zoeken, dichter bij de woning. De huidige mutatiepolitiek van Defensie versterkt dit enkel. De individuele militair wordt in de huidige besparingsfobie het slachtoffer van genomen beslissingen door lokale militaire overheden. Flexibel werken, ruime keuze aan arbeidstijden komen meer en meer op de helling te staan terwijl deze net antwoord kunnen bieden. Eco-mobiliteitsprojecten worden opgedoekt. ACV Openbare Diensten vraagt dan ook om prioriteit te geven aan de uitwerking van een mobiliteitsconcept.
  • Respectvolle en waardige werkomgeving
    Welzijn op het werk is een basisrecht voor elke burger van dit land. Dus ook voor de militairen. Ook in dit domein hebben de huidige besparingsmaatregelen een zwaar negatieve invloed.

Een nieuwe heroriëntatie van Defensie kan pas slagen indien alle actoren betrokken worden in een degelijk sociaal overleg waarbij een goede communicatie en empathie voor de situaties van alle actoren centraal dienen te staan. De professionalisering van Defensie heeft als gevolg dat het personeel van bij het begin partner moet zijn in de uitwerking van vernieuwing en verandering.

 

Eindbeschouwingen


Stappenplan voor een toekomstige defensie:

  • Eerst en vooral moet bekeken worden welke engagementen Defensie wil en kan aangaan binnen ons partnerschap met NAVO en EU. Welk ambitieniveau is realistisch haalbaar rekening houdende met de mogelijke personeelsinvulling van militairen met een specifieke expertise.
  • Vervolgens dient men te bekijken of we voor bepaalde capaciteiten kunnen samenwerken met onze partners en onze middelen aan personeel en materieel kunnen delen.
  • Nadien moeten de nieuwe structuren uitgetekend worden. Eveneens moeten de noodzakelijke middelen aan personeel, materieel en vooral ook financieel voorzien worden.
  • Pas daarna kan er overgegaan worden tot de aanschaf van het noodzakelijke materieel en de aanwerving en omvorming van het geschikte personeel.

ACV Openbare Diensten wijst de overheid erop dat het personeel moet betrokken worden in alle stappen van dit proces. De transformatie van de huidige structuur naar een nieuwe structuur zal impact hebben op zowel het personeel, de infrastructuur, de commandostructuren, … . Het is dan ook onontbeerlijk een draagvlak binnen de organisatie te vinden.

Bij het bepalen van de opdrachten van Defensie, die voor ACV Openbare Diensten vooral moeten gericht zijn op de interne veiligheid verzekeren door externe actie te voeren (buitenlandse operaties), dient men een correcte inschatting te maken van nodige middelen (investeringen) en personeel. De werklast verhogen voor het personeel is geen optie.

Een eerlijk en consequent beleid waarbij men uitvoert wat er is overeengekomen, zou een goede start zijn. Om in de toekomst een moderne en geloofwaardige Defensie te ontwikkelen zal de regering Defensie moeten voorzien van voldoende middelen om hun taken goed te kunnen uitvoeren en de veiligheid van het personeel te kunnen garanderen. Permanent paraat staan betekent dat er voldoende werkingsmiddelen moeten zijn om de militair permanent te trainen in zijn specifieke competentie.

Cartoon Drastische besparingen 

Militairen zijn geen klusjesmannen, noch schooiers.

Bijkomende opdrachten zonder extra middelen en personeel kunnen echt niet!

ACV Openbare Diensten wijst de overheid tevens op haar taak en verantwoordelijkheid om het imago van Defensie op te krikken en een draagvlak bij de burgerbevolking te vinden om Defensie van de nodige middelen te voorzien.

De burgers zullen de noodzaak van een goed uitgebouwde Defensie beter accepteren indien ze Defensie beter leren kennen. Een mediacampagne waarin de meerwaarde van Defensie ter vrijwaring van onze veiligheid, het behoud van onze welvaart en ons welzijn, aan de burgerbevolking wordt verduidelijkt kan hiertoe bijdragen.


Download de brochure "De toekomst van Defensie"

Download de presentatie "De toekomst van Defensie"