15 oktober 2018

 

Kapitein verlaat bij eerste opportuniteit zinkend schip.

Vrouwen en kinderen eerst

Anders dan bij Defensie, mogen vrouwen en kinderen eerst een zinkend schip verlaten, Daarna is het de beurt aan de andere passagiers, de bemanning en als laatste de officieren en de kapitein.

Gevoerd defensiebeleid

Minister Steven Vandeput heeft gedurende meer dan 4 jaar een uiterst rechts beleid gevoerd dat geen rekening hield met het personeel. In de strategische visie, die zeer lang op zich liet wachten, werd vooral aandacht geschonken aan het aankopen van nieuw en duur defensiemateriaal. Daarnaast werd de getalsterkte sterk teruggeschroefd en zette men in op outsourcing van niet specifiek militaire taken. Het moderniseren van het leger is zeker noodzakelijk, maar nog veel belangrijker is het, om in de huidige krapte op de arbeidsmarkt, gemotiveerd en bekwaam personeel te vinden. Hiervoor is het belangrijk om te beschikken over een aantrekkelijk militair statuut. De regeringsbeslissingen, die het militair statuut afbraken wegen zeer zwaar op de aantrekkelijkheid en hebben het precair statutair evenwicht totaal uit balans gebracht. Bovendien weigert onze minister, Steven Vandeput, om correctieve maatregelen te nemen om dit statutair evenwicht te herstellen. Integendeel, het militair statuut blijft de schietschijf.

Een bekende leuze?
De weg naar veranderingnietiging

De statutaire vernietiging werkt bij Defensie! Meer en meer militairen zijn het beu en zoeken een andere job. Niemand is nog bereid om zijn militair beroep aan te bevelen aan kennissen, vrienden, … . De malaise is compleet. Reden hiervoor is de permanente aanval op het militair statuut. En omdat het voor militairen bij wet verboden is om te staken vertikt onze minister te voorzien in compenserende maatregelen die het statutair evenwicht herstellen.

Vooreerst wordt de pensioenleeftijd opgetrokken van 56 jaar naar 67 jaar zonder dat daar een plausibele reden wordt voor gegeven, gewoon om te harmoniseren. In 1872 stelde baron de la Rousselière al dat het pensioen voor militairen, zoals voor de mijnwerkers, zou moeten bepaald zijn op 50 jaar wegens enerzijds het gevaar dat zij lopen en anderzijds wegens het verlies van hun vrijheid gedurende de actieve dienst. De mogelijkheid om op vraag van de regering ten allen tijde en in alle omstandigheden te kunnen worden ingezet, het ontbreken van een koninklijk besluit “arbeidstijdbescherming”, dat nochtans voorzien is bij de wet van 2000, alsook de grote risicofactor bij inzet blijven tot op de dag van vandaag argumenten die stand houden. Bovendien worden militairen gedurende verplichte opdrachten forfaitair vergoed waardoor er niet kan gesproken worden van een correcte financiële verloning.

Vervolgens wil deze regering militairen die meer dan 30 dagen afwezig zijn om gezondheidsredenen die niet voortvloeien uit een arbeidsongeval of een arbeidsziekte bestraffen en hun gezinsinkomen verminderen tot 60%. Ook hier houdt de overheid geen rekening met de zeer hoge risicofactor op gezondheidsproblemen die militairen lopen of gelopen hebben. De werkomstandigheden van militairen kunnen dikwijls niet voldoen aan de welzijnswet. Militairen moeten namelijk in alle omstandigheden operationeel blijven. Hierdoor stijgt het risico op ernstige slijtages die zich ook kunnen manifesteren tijdens niet dienstperiodes, maar die wel afkomstig zijn van de dagdagelijkse gemotiveerde inzet van de militair. Defensie kent momenteel een zeer efficiënt opvolgingssysteem van de zieke militairen. Het persé willen aanpassen van deze ziekteregeling is meer ingegeven uit een rechtse ideologische ingeving dan uit een goed overwogen beleidsvoering.

Verworven rechten en faire systemen worden onder het mom van harmonisering afgeschaft of gewijzigd. De echte serieuze problemen bij Defensie worden vergeten en verwaarloosd.

  • Zo doet Defensie niets aan de totaal uit evenwicht zijnde work-life balans van het militair personeel. De personeelsbezetting bij Defensie is op minder dan 15 jaar gekrompen met ongeveer 12.000 militairen zonder dat het ambitieniveau werd herbekeken.

  • Maar eveneens blijft elk initiatieven die de problematiek om de mobiliteit (woon-werkverkeer) dragelijk te maken uit.

  • Militairen moeten constant ter beschikking staan en zich flexibel opstellen naar de organisatie toe zonder dat daar een correcte verloning tegenover staat.

  • En dan moeten we nog spreken over “werkbaar werk” voor oudere militairen, die het medisch of fysiek moeilijker hebben om in strijdende eenheden te blijven volgen. Ook voor deze militairen heeft deze regering gezorgd dat er na de outsourcing van niet specifiek militaire functies geen of weinig geschikte plaatsen overblijven.

Door al deze oneerlijkheden zijn vele gemotiveerde en gedreven militairen het beu, en kijken ze uit naar een nieuwe en andere boeiende uitdaging buiten Defensie.

Is het opzet nu geslaagd?
De veranderingnietiging werkt !

Tot boven maat van ramp kijkt de Defensiestaf toe, zonder ook maar enige vorm van protest te uiten. Zijn dit de militaire chefs waaraan men in tijden van crisis zijn vertrouwen moet schenken?
De minister, de kapitein van het schip, heeft het zinkend schip alvast verlaten. Zijn bemanning kan nu nog proberen te redden wat er te redden valt of mee ten onder gaan. Wie neemt er nu nog de verantwoordelijkheid op voor het Defensiepersoneel?
Spijtig genoeg moeten we vaststellen dat de tijd dat het personeel het belangrijkste kapitaal was voor Defensie, voltooid verleden tijd is. Militairen worden de dag van vandaag behandeld als verbruiktsmateriaal.

Vrouwen en kinderen laatst

Dank u politiekers voor dit gebrek aan erkentelijkheid voor de diensten die elke militair aan het land levert. Dank u Defensiestaf om niet daadkrachtig op te komen voor uw personeel.

 


Download de "pdf" versie van deze nieuwsbrief