10 juni 2013

 

Toegelaten beroepsactiviteit na pensionering.

Hervorming cumulatieregeling!

Op 23 april 2013 lichtte Alexander De Croo, minister van pensioenen, de vakorganisaties in van zijn voorstel tot wijziging van de regeling van de cumulatie van pensioenen van de overheidssector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen.

In grote lijnen bestaat dit voorstel uit een aantal maatregelen die in het regeerakkoord worden gegroepeerd onder de noemer vrijwillig werken na de pensioenleeftijd. Vooreerst schaft men de inkomensgrens af voor 65-plussers die minstens 42 loopbaanjaren kunnen bewijzen. Vervolgens wordt de sanctie bij overschrijden van inkomensgrens verruimd. Hiervoor wordt de proportionele vermindering van 15% opgetrokken na 25% alvorens het pensioen geschorst wordt. Ten slotte verhoogt men de inkomensgrens in 2013 met 2% en wordt ze vanaf 2014 gekoppeld aan het indexcijfer.

Daarenboven stelt de minister een aantal vereenvoudigingen en harmoniseringen voor die de bestaande voordelige regeling van de militairen afbouwt. De bestaande inkomensgrens voor militairen zou verlagen en de regel van de maximale inhouding van 10% of 20% van het pensioen van militairen bij overschrijding van deze inkomensgrens zou worden afgeschaft.

Niet akkoord met wetsontwerp!

Tijdens een militair onderhandelingscomité gaf ACV Openbare Diensten een “niet akkoord” op voorliggend wetsontwerp. Samen met de andere vakorganisaties verduidelijkten we ons standpunt en gaven een reeks redenen aan waarom dit geen evenwichtig en fair wetsontwerp is.

De verlaging van het inkomensplafond* van € 21.865,23 naar € 7.570,00 en de afschaffing op 1 januari 2014 van de vermindering van 10% of 20%, afhankelijk van het al dan niet toekennen van een volledig pensioen, bij overschrijding van de inkomensgrens moeten voor ACV Openbare Diensten worden herbekeken.

[* Nieuwe plafondbedragen! – werknemer zonder kinderlast (incl. mandaat, ambt of post) bruto beroepsinkomen van € 21.865,23 naar € 7.570,00 – Zelfstandige (incl helper) netto beroepsinkomen zonder kinderlast: van € 17.492,17 naar € 9.084,01]

ACV Openbare Diensten is ervan overtuigd dat het specifieke karakter van het militaire beroep en de inzetbaarheid van de militair in moeilijke omstandigheden, de huidige pensioenleeftijd verrechtvaardigd.

De militair die op 56 jarige leeftijd ambtshalve op pensioen wordt geplaatst moet kunnen blijven genieten van de hogere inkomensgrens voor cumulatie zoals deze toegekend wordt aan de ambtenaren die op 65 jarige leeftijd ambtshalve worden gepensioneerd.

Militairen met een gemengde loopbaan hebben dikwijls nood aan een bijkomend inkomen. We spreken hier over militairen die voor hun indiensttreding al verschillende jaren in de privésector gewerkt hebben. Deze militairen ontvangen bij ambtshalve pensionering een pensioen berekend op hun korte militaire loopbaan. De pensioenrechten opgebouwd in de privésector kunnen ze ten vroegste opvragen op 62 jarige leeftijd. Deze militairen moeten dus een periode van verschillende jaren aan een laag pensioen overbruggen. Vandaar de noodzaak tot het behoud van het hoge inkomensplafond voor de militairen. Daarenboven is het op de huidige markt allesbehalve evident om een werk te vinden met een vergelijkbaar loon.

Ook voor de militairen die genoten hebben van de vrijwillige opschorting van de prestatie (VOP), en waarvan de laatsten in 2017 effectief zullen worden gepensioneerd, moeten overgangsmaatregelen gecreëerd worden.. De financiële voorwaarden om tijdens de VOP te cumuleren werden door de federale overheid pensioenen opgelegd en zijn dezelfde cumulatieregels als bij het pensioen. De militairen in VOP die cumuleren zouden door de wetswijziging hun cumulactiviteiten moeten afbouwen of stopzetten, eenmaal ze ambtshalve gepensioneerd worden.

Daarenboven moeten wij vaststellen dat er geen enkele impactstudie werd uitgevoerd over de gevolgen van dergelijke wijzigingen. Dit project zal de gepensioneerde militair drijven naar creatieve oplossingen om het inkomensverlies te compenseren. Dit betekend voor de staat: minder sociale bijdragen, minder belastingen en een pensioen betalen aan 100% in plaats van aan 80% of 90% voor bepaalde gepensioneerde militairen.

Aangepast wetsontwerp minder negatief voor de militairen!

Ten gevolge van het onderhandelingscomité werd het wetsontwerp herwerkt. Het huidige voorstel is minder nadelig voor de gepensioneerde militair die een cumulberoep wenst uit te oefenen.

De militair wordt onderworpen aan het algemeen cumulatiesysteem dat gelijk is voor alle soorten pensioenen. Deze regel bestaat uit enerzijds een vermindering van het pensioen met het percentage van de overschrijding van de inkomensgrens, voor zover de overschrijding lager is dan 25 procent en anderzijds met een schorsing van het pensioen bij overschrijding van de inkomensgrens met 25 procent of meer.

De militair die ambtshalve wegens het bereiken van de leeftijdsgrens wordt op rust gesteld, behoud het inkomensplafond van € 21.865,23 dat toegekend wordt aan de ambtenaar vanaf de leeftijd van 65 jaar. Hierbij merken we tevens op dat dit plafond lichtjes werd verhoogd en vanaf 2014 jaarlijks zal worden geïndexeerd.

De regeling van onbeperkte cumulatie vanaf de leeftijd van 65 jaar, voor gepensioneerden met een beroepsloopbaan van minimaal 42 kalenderjaren, wordt eveneens ingevoerd. Voor de berekening van de beroepsloopbaan van 42 kalenderjaren wordt geen rekening gehouden met toegekende bonificaties. De kalenderjaren tijdens het welke het pensioen wordt geschorst vanwege de overschrijding van de inkomensgrens met 25% of meer worden eveneens in aanmerking genomen voor de berekening van de noodzakelijke beroepsloopbaan voor onbeperkte cumulatie.

Ook de overgangsmaatregelen voor de militairen werden versoepeld en verruimd.

Het actuele systeem waarbij bij overschrijden van de inkomensgrens bij cumulatie, maximaal 10% of 20% van het pensioen kan worden ingehouden blijft bestaan tot 1 januari 2018. Deze maximale inhouding blijft ook bestaan na 2018 op voorwaarde dat de gepensioneerde militair vóór 1 januari 2018 ambtshalve werd gepensioneerd en eveneens voor deze datum al een beroepsactiviteit in cumul uitoefent.

Voor de berekening van de 42 kalenderjaren om onbeperkt te mogen cumuleren kunnen, voor de pensioneringen wegens het bereiken van de leeftijdsgrens, alsook voor de pensionering wegens lichamelijke ongeschiktheid, de kalenderjaren tijdens dewelke het pensioen geheel of gedeeltelijk werd betaald ook in aanmerking worden genomen voor pensioenen die ingaan vóór 1 januari 2018 onder onderstaande voorwaarden. Voor pensioenen die ingaan vóór 1 januari 2014 moet de gepensioneerde een beroepsactiviteit uitoefenen op 1 januari 2014. Voor de pensioenen die ingaande vanaf 1 januari 2014, maar vóór 1 januari 2018 moet betrokkene een beroepsactiviteit uitoefenen op 1 januari van het kalenderjaar dat volgt op de ingangsdatum van het pensioen.


Download de "pdf" versie van deze nieuwsbrief